In deze sectie worden de instellingen beschreven die ingesteld kunnen worden op [Onderhoud].
Waarschuwing van vervanging
U kunt aangeven wanneer de printer aan de gebruiker meldt om voorraden te vervangen.
Toner, drumeenheid, onderhoudskit
Standaardinstelling: [Normaal]
Eerder melden
Normaal
Later melden
Optie voor einde voorraad
U kunt opgeven of al dan niet verder afgedrukt dient te worden bij het overschrijden van de levensduur van de drumeenheid en van de onderhoudset.
Standaard: [Doorgaan met afdr.]
Doorgaan met afdrukken
Stoppen met afdrukken
Registratie
U kunt de startpositie aanpassen voor het afdrukken op de pagina. Voor meer informatie, zie De afdrukpositie aanpassen.
Testpagina afdrukken
U kunt de pagina van de registratietest afdrukken.
Alleen de geïnstalleerde lades worden op het bedieningspaneel weergegeven.
Lade 1
Lade 2
Duplex (Bron:Lade 1)
Aanpassing
Hiermee kunt u de startpositie voor het afdrukken op een pagina selecteren.
Alleen de geïnstalleerde lades worden op het bedieningspaneel weergegeven.
Horizontaal:Lade 1
Horizontaal:Lade 2
Horizontaal: Handinvoerlade
Horizontaal: Achterkant
Verticaal:Lade 1
Verticaal:Lade 2
Verticaal: Handinvoerlade
Verticaal: Achterkant
Krulpreventie
U kunt de fusertemperatuur regelen om te voorkomen dat het papier omkrult. Het inschakelen van deze functie kan de afdruktijd en -snelheid verhogen voor de eerste afdrukken.
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
Drumrotatie
Als er strepen op de afgedrukte afbeelding staan, kan de uitvoer verbeterd worden door deze functie te gebruiken. Selecteer drumrotatie op [Niveau 1] (normaal) of [Niveau 2] (krachtig).
Als het probleem blijft bestaan, dan moet u contact opnemen met uw onderhoudsvertegenwoordiger.
Niveau 1
Niveau 2
Fuseerroller schoonmaken
Wanneer de fuseerroller wordt schoongemaakt, is het mogelijk dat de uitvoer verbetert wanneer er zwarte vlekken op de afgedrukte pagina verschijnen.
Plaats A4-papier of Letter-papier in de handinvoer en voer Fuseerroller schoonmaken uit.
Na de reiniging worden de onderstaande afbeeldingen op beide zijden van een vel papier afgedrukt.

Controleer of er geen zwarte vlekken verschijnen.
Als het probleem blijft bestaan, dan moet u contact opnemen met uw onderhoudsvertegenwoordiger.
Aanpassing beelddichtheid
Door de beelddichtheid aan te passen, kunnen vage vlekken of vegen op afgedrukte pagina's voorkomen worden. U kunt de dichtheid aangeven tussen -6 en 3.
Verander deze instelling alleen wanneer nodig. Voor meer informatie, zie Beeldbelichting aanpassen.
Inst. gerecycled papier
U kunt de dikte van gerecycled papier opgeven.
De papierdikte kan voor iedere lade afzonderlijk ingesteld worden.
Voor meer informatie over het papiergewicht, zie Specificaties papiertype.
Standaardinstelling: [Normaal papier 2]
Normaal papier
Normaal papier 2
Instelling gekleurd papier
U kunt de dikte voor gekleurd papier instellen.
De papierdikte kan voor iedere lade afzonderlijk ingesteld worden.
Voor meer informatie over het papiergewicht, zie Specificaties papiertype.
Standaardinstelling: [Normaal papier 2]
Normaal papier
Normaal papier 2
Briefhoofdinstelling
U kunt de dikte voor papier met briefhoofd instellen.
De papierdikte kan voor iedere lade afzonderlijk ingesteld worden.
Voor meer informatie over het papiergewicht, zie Specificaties papiertype.
Standaardinstelling: [Normaal papier 2]
Dun papier
Normaal papier
Normaal papier 2
Medium dik
Dik papier 1
Dik papier 2
Etiketten
U kunt de dikte voor etiketten opgeven.
De papierdikte kan voor iedere lade afzonderlijk ingesteld worden.
Voor meer informatie over het papiergewicht, zie Specificaties papiertype.
Standaardinstelling: [Dik papier 1]
Normaal papier 2
Medium dik
Dik papier 1
Instelling Envelop
U kunt de dikte van de envelop instellen.
De papierdikte kan ingesteld worden voor Lade 1 en de handinvoer.
Voor meer informatie over het papiergewicht, zie Specificaties papiertype.
Standaardinstelling: [Normaal papier 2]
Normaal papier 2
Dik papier 2
Instelling voorbedrukt papier
U kunt de dikte van voorbedrukt papier instellen.
De papierdikte kan voor iedere lade afzonderlijk ingesteld worden.
Voor meer informatie over het papiergewicht, zie Specificaties papiertype.
Standaardinstelling: [Normaal papier 2]
Normaal papier
Normaal papier 2
Detectie Fout papierform.
U kunt opgeven of papierformaatfouten gedetecteerd moeten worden.
Standaardinstelling: [Detecteren]
Detecteren
Als een afdruktaak wordt uitgevoerd, controleert de printer of het formaat van het papier afkomstig van de lade overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het menu Papierlade-instellingen, de papierformaatknop in de lade of in het printerstuurprogramma. Wanneer een fout wordt gedetecteerd, wordt er een foutmelding getoond en stopt het afdrukken.
Niet detecteren
De printer detecteert geen papierformaat-fouten.
![]()
Als [Detectie Fout papierform.] ingesteld is op [Detecteren], kan Form Feed (paginadoorvoer) niet worden uitgevoerd.
Fuseerverhitter uit in stand-by
U kunt opgeven of de fuseerverhitter automatisch uitgeschakeld wordt als de slaapstandtimer op 30 minuten of langer ingesteld is of als uitmodus van fuseereenheid uitgeschakeld is en de printer in stand-bystand blijft staan voor 30 minuten of langer. De printer verbruikt minder stroom als de fuseerverhitter uitgeschakeld is dan wanneer de printer in stand-bystand staat.
Stnadaardinstelling: [Autom. uitschakelen]
Autom. Uitschakelen
Niet autom. uitschak.