Afwerking

Gewijzigde afdrukrichting:

Hiermee kunt u de afdrukrichting van het papier instellen, omdat in sommige programma's de afdrukrichting niet kan worden opgegeven. Om te voorkomen dat een origineel in een ongewenste richting gedraaid wordt, gebruikt u deze instelling om de richting van de originelen aan te geven als er een afdruktaak wordt uitgevoerd.

Standaardinstelling: [Uit]

Sorteertype:

Selecteer [Sorteren], [Geroteerd sorteren] of [Gestaffeld sorteren] als het selectievakje [Pagina's sorteren] is aangevinkt in de printerinstellingen.

Standaardinstelling: [Sorteren]

Nieten:

Geef hier aan of afdrukken geniet moeten worden. Als u de nietfunctie inschakelt, geef dan de nietpositie op.

Standaardinstelling: [Uit]

Perforeren:

Geef op of er gaten in de afdrukken moeten worden geperforeerd. Als u de perforeerfunctie inschakelt, geef dan de positie van de te perforeren gaten op.

Standaardinstelling: [Uit]

Z-vouw:

Bepaal of er een Z-vouw moet worden toegepast op de afdrukken of niet.

  • Z-vouw onder

    Hiermee worden afdrukken zo gevouwen, dat het onderste eindsegment bovenop komt te liggen.

  • Z-vouw rechts

    Hiermee worden afdrukken zo gevouwen, dat het meest rechtersegment bovenop komt te liggen.

  • Z-vouw links

    Hiermee worden afdrukken zo gevouwen, dat het meest linkersegment bovenop komt te liggen.

Standaardinstelling: [Uit]

Vouwtype:

Geef op of de afdrukken moeten worden gevouwen of niet.

  • Halve vouw

    Hiermee worden afdrukken langs de lange zijde dubbelgevouwen.

  • Briefvouw naar binnen

    Hiermee worden afdrukken in drieën gevouwen waarbij het ene eindsegment over het andere heen wordt gevouwen.

  • Briefvouw naar buiten

    Hiermee worden afdrukken in drieën gevouwen waarbij de twee eindsegmenten in tegenovergestelde richting worden gevouwen.

  • Dubbele parallelle vouw

    Hiermee worden afdrukken dubbelgevouwen en vervolgens opnieuw dubbelgevouwen waarbij alle vouwranden parallel met elkaar worden uitgelijnd.

  • Venstervouw

    Hiermee worden afdrukken in vieren gevouwen waarbij de twee eindsegmenten naar binnen worden gevouwen.

  • Halve vouw - Afdruk binnenkant (Boekje Finisher lade)

    Vouwt afdrukken in tweëen met de bedrukte zijde aan de binnenkant en levert deze in de finisher boekjeslade af.

  • Halve vouw - Afdruk buitenkant (Boekje Finisher lade)

    Vouwt afdrukken in tweeën met de bedrukte zijde aan de buitenkant en levert deze in de boekjeslade van de finisher af.

Standaardinstelling: [Uit]

Op de binnenkant afdrukken:

In het afdrukdialoogvenster specificeert u alleen het vouwtype dat u nodig heeft. De afdruk zal standaard op de binnenkant van het gevouwen papier komen.

Als u wilt dat de gevouwde vellen naar links of naar boven openen, dient u [180 graden draaien] in het afdrukdialoogvenster te selecteren.

Op de buitenkant afdrukken:

Als u op de buitenkant van de gevouwde vellen wilt afdrukken, dient u [Briefvouw naar buiten] als vouwtype te selecteren. Als dit vouwtype geselecteerd is, komt de afdruk standaard op de buitenkant. Als u een ander vouwtype selecteert, zal de afdruk aan de binnenkant van de vouw terechtkomen. Als u wilt dat de gevouwde vellen naar links of naar boven openen, dient u [180 graden draaien] in het afdrukdialoogvenster te selecteren.

Als u een ander vouwtype wilt opgeven, dient u een van de volgende procedures op te volgen.

  • Wanneer enkelzijdig afdrukken is ingeschakeld

    In het afdrukdialoogvenster selecteert u het vouwtype dat u nodig heeft en stelt u [Bedrukte kant boven uitvoeren] in op [Aan]. Als u wilt dat de gevouwde vellen naar links of naar boven openen, dient u [180 graden draaien] in het afdrukdialoogvenster te selecteren.

  • Wanneer duplex afdrukken is ingeschakeld

    In het afdrukdialoogvenster selecteert u het vouwtype dat u nodig heefte en stelt u de [Paginavolgorde] in op [Omgekeerd]. Als u wilt dat de gevouwde vellen naar links of naar boven openen, dient u [180 graden draaien] in het afdrukdialoogvenster te selecteren.

    • In sommige toepassingen kan het wijzigen van de instelling [Orientation] naar [Liggend] ervoor zorgen dat gevouwen vellen in een richting openen die tegenovergesteld is aan de richting die in het afdrukdialoogvenster was opgegeven.

    • De functie in omgekeerde volgorde afdrukken werkt misschien niet met sommige toepassingen. Als dit het geval is, dient u in omgekeerde volgorde afdrukken op te geven in de instellingen van de toepassing.

Meerdere vellen vouwen:

Geef op of er meerdere vellen papier tegelijkertijd moeten worden gevouwen of niet wanneer [Vouwtype:] is gespecificeerd.

Er kunnen maximaal drie vellen per keer worden gevouwen wanneer [Halve vouw], [Brief Vouw-in] of [Brief Vouw-uit] is geselecteerd bij [Vouwtype:].

Er kunnen maximaal 5 vellen per keer worden gevouwen wanneer [Halve vouw - buitenkant bedrukken (boekjeslade finisher)] of [Halve vouw - binnenkant bedrukken (boekjeslade finisher)] is geselecteerd bij [Vouwtype:]. Wanneer de Pro C5200S/C5210S wordt gebruikt met Finisher SR5080, kunnen maximaal 6 vellen per keer worden gevouwen.

Standaardinstelling: [Uit]

Met bedrukte zijde naar boven uitwerpen:

Geef op of afdrukken met de afdrukzijde naar boven moeten worden uitgevoerd of niet.

Standaardinstelling: [Uit]

Boekje:

Geeft de paginavolgorde weer, zodat u afdrukken tot een boekje kunt vouwen.

Standaardinstelling: [Uit]