In dit deel wordt uitgelegd hoe u het Gebruikersinstellingen-menu opent.
Met Gebruikerstools kunt u standaardinstellingen wijzigen of instellen. Er zijn acht soorten menu's:
Schermeigenschappen
Geef de instellingen van het bedieningspaneel op.
Apparaateigenschappen
Geef de instellingen van het apparaat op.
Teller
U kunt het aantal vellen bevestigen dat u heeft gekopieerd, afgedrukt en gefaxt.
Informatie
U kunt de contactgegevens voor vragen bevestigen.
Adresboekmanagement
U kunt gebruikersinformatie van het apparaat, adressen voor het verzenden van faxen en scanfuncties beheren
Papierlade-instellingen
Geef de instellingen van het papier op.
![]()
Het bepalen van systeeminstellingen gebeurt anders dan normaal. Sluit de Gebruikersinstellingen altijd af wanneer u klaar bent.
Wijzigingen die u maakt met Gebruikerstools blijven van kracht, zelfs wanneer de hoofdschakelaar uitgezet wordt of wanneer de [Spaarstand]-knop of de [Resetten]-toets wordt ingedrukt.

