Vorige
Afdruklogboekrecords worden vastgelegd voordat de inlogvermelding wordt vastgelegd in het toegangslogboek.
Gegevens van reeksen taken (waaronder ontvangst, verwerking en uitvoer van de gegevens van de taken) worden samengevoegd tot één vermelding.
Bij ontvangst van een afdruktaak wordt een ID voor de taak aangemaakt en vastgelegd in het taaklogboek. Vervolgens wordt een inlog-ID voor de afdruktaak aangemaakt en vastgelegd in het toegangslogboek. Hierna wordt een taaklogboekrecord gemaakt met gegevens over de verwerking en uitvoer van de taak (met dezelfde inlog-ID). Zodra de taak volledig is verwerkt, wordt een uitlogrecord aangemaakt en vastgelegd in het toegangslogboek.
Vermeldingen met gegevens over de ontvangst, verwerking en uitvoer van een reeks afdruktaken worden eerst aangemaakt in het taaklogboek, waarna de in- en uitloggegevens van die taken worden vastgelegd in het toegangslogboek.
Afdruktaakprocessen
Gegevens van afdruktaak worden ontvangen.
Verificatiegegevens (van inloggen) worden ontvangen.
Afdruktaak wordt verwerkt.
Afdruktaak wordt uitgevoerd.
Verificatiegegevens (van inloggen) worden ontvangen.
De afdruktaak krijgt een ID toegewezen en wordt vastgelegd als vermelding in het taaklogboek.
De verificatiegegevens (voor inloggen) worden vastgelegd als vermelding in het toegangslogboek.
Informatie over de verwerking van de afdruktaak wordt vastgelegd als vermelding in het taaklogboek (onder dezelfde ID).
Informatie over de uitvoer van de afdruktaak wordt vastgelegd als vermelding in het taaklogboek (onder dezelfde ID).
Verificatiegegevens (voor uitloggen) worden vastgelegd als vermelding in het toegangslogboek.
