U kunt de coderingssleutel updaten en een nieuwe sleutel maken. Updates zijn mogelijk wanneer de printer normaal functioneert.
![]()
Bij een storing van de printer heeft u de coderingssleutel nodig om gegevens te herstellen. Zorg ervoor dat u de coderingssleutel veilig opslaat, zodat u back-upgegevens kunt oproepen.
Wanneer de coderingssleutel is bijgewerkt, wordt codering uitgevoerd met de nieuwe sleutel. Nadat u de procedure op het bedieningspaneel van de printer heeft voltooid, zet u de printer uit en start u de printer opnieuw op, zodat de nieuwe instellingen worden ingeschakeld. Het opnieuw opstarten kan langzaam verlopen, als er gegevens moeten worden overgezet op de harde schijf.
Als het bijwerken van de coderingssleutel niet is voltooid, is de afgedrukte coderingssleutel niet geldig.
Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.
Ga naar het scherm “Cod.toets bijwerken”.
[Systeeminstellingen] |
Selecteer de gegevens die moeten worden overgezet op de harde schijf en niet gereset moeten worden.
Om alle gegevens over te zetten op de harde schrijf moet u [Alle gegevens] selecteren.
Als u alleen de printerinstellingen wilt overzetten, selecteer dan [Alleen geg. best.sys.].
Als u alle gegevens opnieuw op de standaardinstelling wilt zetten, selecteer dan [Alle geg. format.].
Selecteer de reservekopiemethode.
Op SD opsl. [Op SD opsl.] Op pap. afdr. [Op pap. afdr.] Voor meer informatie over het plaatsen van de SD-kaart, zie de Gebruiksaanwijzing. |
Stel de rest van de instellingen in.
[OK] |
Log uit.
Zet de hoofdschakelaar uit en schakel de stroom vervolgens weer opnieuw in.
De printer zal het converteren van de gegevens uit het geheugen starten wanneer u de printer aanzet. Wacht tot het bericht “Geheugenconversie is voltooid. Schakel de stroomschakelaar uit.” wordt weergegeven en schakel dan de hoofdstroomschakelaars weer uit.
Voor meer informatie over het uitzetten van het apparaat, zie de Gebruiksaanwijzing.