Koptekst overslaan
 

Windows-verificatie instellen

Voordat u de printer configureert, dient u na te gaan of de beheerdersverificatie correct is geconfigureerd onder "Beheerdersverificatie management".

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

2Ga naar het scherm voor de configuratie van Windows-verificatie.

[Systeeminstellingen] [Beheerderstoepassingen] [Gebruikersverificatiebeheer] [Windows-verificatie] [OK]

3Ga naar het scherm voor de configuratie van Verificatie-informatie.

[Gebruikersverificatiebeheer] [Verificatie-informatie] naast [Windows-verificatie]

4Selecteer de verificatiemethode.

Kerberos-verificatie

[Kerberos-verificatie] [Aan] [Domeinnaam] Selecteer Kerberos-verificatiedomein [OK] [OK]

Als u Kerberos-verificatie wilt inschakelen, moet u eerst een domein registreren.

De domeinnaam moet worden geregistreerd in hoofdletters. Voor meer informatie, zie de Gebruiksaanwijzing.

Er kunnen maximaal 5 domeinen geregistreerd worden.

NTLM-verificatie

[Kerberos-verificatie] [Uit] [Domeinnaam] Voer de naam in van de domeincontroller die moet worden geverifieerd [OK] [OK]

5Geef het niveau op.

[Verif. afdruktaak] Selecteer het niveau [OK]

Als u [Eenvoudig (Beperking)] selecteert, geef dan het bereik op waarbinnen [Eenvoudig (Beperking)] wordt toegepast op "Verif. afdruktaak". U kunt het IPv4-adresbereik opgeven waarvoor deze instelling wordt toegepast. U kunt daarnaast ook opgeven of u de instelling wilt toepassen op de parallelle interfaces en USB-interfaces.

[Eenvoudig (Beperking)] [Wijzig limietbereik] Geef het bereik op waarbinnen [Eenvoudig (Beperking)] wordt toegepast op "Verif. afdruktaak" [OK] [Afsluiten] [OK]

Voor een beschrijving van de verschillende niveaus van printertaakverificatie, zie Printertaakverificatie.

6Als u SSL wilt gebruiken, geef dan [Gebr. beveil. verbinding(SSL)] op.

[Gebr. beveil. verbinding(SSL)] [Aan] [OK]

7Als u een algemene groep heeft geregistreerd, configureer dan de instelling voor algemene groepen.

[Groep programmeren/wijzigen] [* Niet geprogrammeerd] [Groepsnaam] Voer de groepsnaam in [OK]

Als er algemene groepen zijn geregistreerd onder Windows-server, kunt u voor elke groep het gebruik van functies beperken.

U moet vooraf algemene groepen maken op de Windows-server en voor elke groep de gebruikers registreren die moeten worden geverifieerd. U dient tevens de functies die beschikbaar zijn voor de groepsleden in de printer te registreren. Maak groepen aan in de printer door de namen van de geregistreerde groepen in te voeren in de Windows-server. Houd er rekening mee dat groepsnamen hoofdlettergevoelig zijn. Geef vervolgens de printerfucnties op die beschikbaar zijn voor iedere groep.

Als er geen algemene groepen zijn opgegeven, kunnen gebruikers de beschikbare functies gebruiken die in *Standaard groep zijn gespecificeerd. Als er wel algemene groepen zijn opgegeven, kunnen gebruikers die niet in algemene groepen zijn geregistreerd de beschikbare functies gebruiken die in [*Standaard groep] zijn gespecificeerd. Standaard zijn alle functies beschikbaar voor leden van de *Standaard groep. Geef op basis van de behoeften van de gebruikers de beperking van de beschikbare functies op.

8Selecteer de functies die u wilt toestaan.

[Beschikbare printerfuncties] Selecteer de functies die u wilt toestaan [OK] [OK] [Afsluiten]

Windows-verificatie zal worden toegepast op de geselecteerde functies.

Gebruikers kunnen alleen gebruikmaken van de geselecteerde functies.

Voor meer informatie over het opgeven van beschikbare functies voor individuen of groepen, zie Beschikbare functies beperken.

9Log uit.

Opmerking

  • U kunt dit ook met Web Image Monitor instellen. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.