Koptekst overslaan
 

De interface van de USB-apparaatserver aansluiten

In dit gedeelte vindt u uitleg over hoe u de Ethernet-interfacekabel op de USB-apparaatserver aansluit.

De USB-apparaatserver is een interfacekaart voor het toevoegen van een extra Ethernet-poort. Als u de USB-apparaatserver installeert, kunt u twee Ethernet-kabels tegelijkertijd aansluiten: één op de Ethernet-poort van de printer en één op de Ethernet-poort van de USB-apparaatserver. Er kan een IP-adres worden toegewezen aan iedere aansluiting en u kunt één printer gebruiken voor het afdrukken vanuit verschillende netwerksegmenten.

VOORZICHTIG


  • Om RF-interferentie te voorkomen, moet er een netwerkinterfacekabel met een ferrietkern gebruikt worden.

  • Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

    • Er moeten goed afgeschermde en geaarde kabels en connectors worden gebruikt voor de aansluiting van een hostcomputer (en/of randapparatuur) om in overeenstemming te zijn met de uitstootlimiet.

Belangrijk

  • Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

    • Als u de Ethernet-interfacekabel wilt aansluiten, neem dan contact op met uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger.

  • Als de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld is, schakel deze dan uit.

  • Gebruik de volgende Ethernet-kabels.

    • Bij gebruik van 100BASE-TX/10BASE-T:

      Unshielded Twisted Pair-kabel (UTP) of Shielded Twisted Pair-kabel (STP) en Categorie type 5 of hoger

1Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar van het apparaat uit staat.

2Verwijder het paneel voor de kabels.

Illustratie achterzijde van de printer

3Maak een lus op een afstand van een paar centimeter (1) van beide uiteinden van de Ethernet-interfacekabel en bevestig dan aan iedere lus een ferrietkern. Deze zijn meegeleverd met de USB-apparaatserver.

Illustratie van Ethernet-interfacekabel

4Sluit het ene uiteinde van de Ethernet-interfacekabel aan op de Ethernet-poort van de USB-apparaatserver.

Illustratie van het aansluiten van de Ethernet-interfacekabel

U kunt een rechte of cross-over Ethernet-kabel gebruiken voor aansluiting op de USB-apparaatserver

5Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de Ethernet-poort van de computer die u gaat gebruiken voor de installatie.

Sluit als de installatie voltooid is dit uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een netwerkapparaat, zoals een hub.

6Steek de stekker van de printer in het stopcontact en zet de printer aan.

Het kan een aantal seconden duren voordat de printer de USB-apparaatserver herkent. Als u de USB-kabel eruit getrokken heeft, sluit deze kabel dan weer aan.

7Plaats het paneel voor de kabels.

Illustratie achterzijde van de printer

LED-lampjes

Als de USB-apparaatserver correct is aangesloten, gaan de LED-lampjes op de Ethernet-poort als volgt branden:

Afbeelding van Gigabit Ethernet-poort

Tijdens gebruik van 10BASE-T, branden de onderste LED-lampjes groen.

Afbeelding van Gigabit Ethernet-poort

Tijdens gebruik van 100BASE-TX branden de bovenste LED-lampjes oranje.

Afbeelding van Gigabit Ethernet-poort

Tijdens gebruik van 1000BASE-T-, branden beide LED-lampjes.