U kunt heen en weer schakelen tussen de schermen 1 t/m 4, die in dit gedeelte worden beschreven, door het scherm omhoog of omlaag te vegen.
1

Nr. |
Pictogram |
Beschrijving |
|---|---|---|
1 |
|
U kunt overschakelen naar de directe verzendingsmodus. Standaard wordt de modus Geheugenverzending geselecteerd, tenzij de directe verzendingsmodus is geselecteerd. |
2 |
|
U kunt een origineeltype selecteren dat geschikt is voor uw originelen. |
3 |
|
Druk hierop om de resolutie te selecteren volgens de tekstgrootte van het origineel. |
4 |
|
Druk hierop om de belichting op te geven waarmee u het origineel wilt scannen. U kunt de belichting ook opgeven door op het pictogram |
5 |
|
Druk hierop om het scanformaat van het origineel te selecteren. |
6 |
|
Druk hierop om de zijden van het origineel te selecteren. |
2

Nr. |
Pictogram |
Beschrijving |
|---|---|---|
7 |
|
Druk hierop om de richting van het origineel te selecteren. |
8 |
|
Druk hierop om de verzender op te geven. |
9 |
|
U kunt instellingen opgeven om automatisch bestanden direct te verzenden op een bepaalde tijd. |
10 |
|
Geef het onderwerp van de Internetfax/E-mail op |
11 |
|
Geef de tekst van de Internetfax/E-mail op |
3

Nr. |
Pictogram |
Beschrijving |
|---|---|---|
12 |
|
U kunt een standaardbericht selecteren om af te drukken. |
13 |
|
U kunt bestanden verzenden via een besloten netwerk. |
14 |
|
Ontvangstbevestiging vragen |
15 |
|
U kunt per e-mail een verzendingsmelding ontvangen |
16 |
|
Zodra de verzending is voltooid, kunt u het resultaat afdrukken. |
17 |
|
Internetfax-/e-mailbestemmingen als BCC-adressen opgeven |