![]()
Druk op de toets [Menu] en selecteer vervolgens items om in te stellen met behulp van de [
] of de [
].
Meld u aan als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer [Host interface]
Druk op [OK]
Selecteer [Netwerk]
Druk op [OK]
Selecteer [Effectief protocol]
Druk op [OK]
Selecteer het protocol dat u wilt in-/uitschakelen.
Druk op de [OK]-knop.
Selecteer [Actief] of [Inactief]
Druk op [OK]
Druk tweemaal op de [Menu]-knop.
Log uit.
![]()
Log in als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel.
Ga naar het scherm “Actief protocol”.
[Systeeminstellingen] |
(De)activeer het gewenste protocol.
(De)activeer het gewenste protocol |
Log uit.