![]()
Wanneer de functie Geheugen automatisch wissen op [Aan] is ingesteld, worden de tijdelijke gegevens die op de harde schijf zijn achtergebleven toen de functie Geheugen automatisch wissen op [Uit] stond ingesteld mogelijk niet overschreven.
Als de hoofdschakelaar uit wordt gezet voordat de functie Geheugen automatisch wissen is voltooid, wordt het overschrijven onderbroken en blijven de gegevens op de harde schijf staan.
Stop het overschrijven niet tijdens het proces. Als u dat wel doet, kan de harde schijf beschadigd raken.
Als de hoofdschakelaar uit wordt gezet voordat de functie "Geheugen automatisch wissen" is voltooid, zal het overschrijven worden voortgezet als de hoofdschakelaar weer aan wordt gezet.
Als er een fout optreedt voordat het overschrijven is voltooid, zet u het apparaat uit. Daarna zet u het apparaat weer aan en herhaalt u de procedure vanaf stap 1.
![]()
Druk op de toets [Menu] en selecteer vervolgens items om in te stellen met behulp van de [
] of de [
].
Log in als beheerder van het apparaat via het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer [Beveiligingsopties]
Druk op de [OK]-knop.
Selecteer [Geh.inst. Autom.verw.]
Druk op [OK]
Selecteer [Aan]
Selecteer [HDDwis.]
Selecteer een methode voor het wissen van gegevens uit [NSA], [DoD] of [Willekeurige nummers].
Druk op [OK]
Als u [Willekeurige nummers] selecteert, voer dan het aantal keer dat u wilt overschrijven in.
Druk op [OK]
Druk op [OK].
Druk tweemaal op de [Menu]-knop.
Log uit.
![]()
Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.
Ga naar het scherm “Instell. geheugen autom. wissen”.
[Systeeminstellingen] |
Selecteer de overschrijfmethode.
NSA [Aan] DoD [Aan] Willekeurige nummers [Aan] |
Log uit.
![]()
Als u zowel overschrijving en gegevenscodering inschakelt, worden de overschreven gegevens ook gecodeerd.