Koptekst overslaan
 

Windows-verificatie instellen

Voordat u de printer configureert, dient u na te gaan of de beheerdersverificatie correct is geconfigureerd onder "Beheerdersverificatie management".

SP C340DN

1Log in als de apparaatbeheerder via Web Image Monitor.

2Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].

3Klik op [Gebruikersverificatiebeheer] onder "Apparaatinstellingen".

4Selecteer [Windows-verificatie] in de lijst "Gebruikersverificatiebeheer".

5Selecteer het "Verif. afdruktaak"-niveau.

Voor meer informatie over de verschillende niveaus van printertaakverificatie, zie Printertaakverificatie.

Als u [Compleet] of [Eenvoudig (Alle)] selecteert, ga dan door naar stap 7.

Als u [Eenvoudig (Beperking)] selecteert, ga dan door naar stap 6.

6Geef het bereik op waarbinnen [Eenvoudig (beperking)] moet worden toegepast op "Taakverificatie printer".

U kunt het bereik van het IP-adres opgeven waarbinnen deze instelling moet worden toegepast. Ook kunt u hier opgeven of de instelling moet worden toegepast op de parallelle interfaces en de USB-interfaces.

7Als u gebruik wilt maken van Kerberos-verificatie, klikt u op [Aan] onder “Kerberos-verificatie”.

Als u gebruik wilt maken van NTLM-verificatie, klikt u op [Uit] en gaat u door naar stap 9.

8Selecteer het Kerberos-verificatiedomein onder “Domeinnaam”.

Als u Kerberos-verificatie wilt inschakelen, moet u eerst een domein registreren. De domeinnaam moet worden geregistreerd in hoofdletters. Voor meer informatie over het registreren van een domein, zie de Helpfunctie van Web Image Monitor.

U kunt maximaal vijf domeinen registreren en selecteren.

9Voer de naam van de domeincontroller in die moet worden geverifieerd in het veld “Domeinnaam”.

Wanneer u de domeinnaam opgeeft in de volledig gekwalificeerde domeinnaamindeling typt u ". " aan het einde van de tekenreeks.

Bovendien kunt u, afhankelijk van uw omgeving, de groepsnaam invullen in het lege gedeelte van het veld "Groepsinstellingen voor Windows-verificatie" en vervolgens de beschikbare printerfuncties opgeven.

10Klik op [Aan] voor "SSL".

Als u geen SSL voor de verificatie gebruikt, klikt u op [Uit].

Als u geen algemene groep heeft geregistreerd, ga dan verder met stap 13.

Als u wel een algemene groep heeft geregistreerd, ga dan verder met stap 11.

Als er algemene groepen zijn geregistreerd onder Windows-server, kunt u voor elke groep het gebruik van functies beperken.

U moet vooraf algemene groepen maken op de Windows-server en voor elke groep de gebruikers registreren die moeten worden geverifieerd.

U dient tevens de functies die beschikbaar zijn voor de groepsleden in de printer te registreren.

Maak algemene groepen aan in de printer door de namen van de groepen in te voeren die op de Windows-server geregistreerd staan. Houd er rekening mee dat groepsnamen hoofdlettergevoelig zijn. Geef vervolgens de printerfucnties op die beschikbaar zijn voor iedere groep.

Als er geen algemene groepen zijn opgegeven, kunnen gebruikers de beschikbare functies gebruiken die in "*Standaard groep" zijn gespecificeerd.

Als er wel algemene groepen zijn opgegeven, kunnen gebruikers die niet in algemene groepen zijn geregistreerd de beschikbare functies gebruiken die in "*Standaard groep" zijn gespecificeerd. Standaard zijn alle functies beschikbaar voor leden van de "*Standaard groep".

Geef op basis van de behoeften van de gebruikers de beperking van de beschikbare functies op.

11Voer de groepsnaam in het lege gedeelte van het veld "Groepsinstellingen voor Windows-verificatie" in.

12Selecteer bij "Beschikbare functies" de printerfuncties die u wilt toestaan.

Windows-verificatie zal worden toegepast op de geselecteerde functies.

Gebruikers kunnen alleen gebruikmaken van de geselecteerde functies.

Voor meer informatie over het specificeren van beschikbare functies voor personen of groepen, zie Beschikbare functies beperken.

13Klik op [OK].

14Log uit.

SP C342DN

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

2Ga naar het scherm voor de configuratie van Windows-verificatie.

[Systeeminstellingen] [Beheerderstoepassingen] [Gebruikersverificatiebeheer] [Windows-verificatie] [OK]

3Ga naar het scherm voor de configuratie van Verificatie-informatie.

[Gebruikersverificatiebeheer] [Verificatie-informatie] naast [Windows-verificatie]

4Selecteer de verificatiemethode.

Kerberos-verificatie

[Kerberos-verificatie] [Aan] [Domeinnaam] Selecteer Kerberos-verificatiedomein [OK] [OK]

Als u Kerberos-verificatie wilt inschakelen, moet u eerst een domein registreren.

De domeinnaam moet worden geregistreerd in hoofdletters. Zie de Gebruikersaanwijzing voor meer informatie.

Er kunnen maximaal 5 domeinen geregistreerd worden.

NTLM-verificatie

[Kerberos-verificatie] [Uit] [Domeinnaam] Voer de naam in van de domeincontroller die moet worden geverifieerd [OK] [OK]

5Geef het niveau op.

[Verif. afdruktaak] Selecteer het niveau [OK]

Als u [Eenvoudig (Beperking)] selecteert, geef dan het bereik op waarbinnen [Eenvoudig (Beperking)] wordt toegepast op "Verif. afdruktaak". U kunt het IPv4-adresbereik opgeven waarvoor deze instelling wordt toegepast. U kunt daarnaast ook opgeven of u de instelling wilt toepassen op de parallelle interfaces en USB-interfaces.

[Eenvoudig (Beperking)] [Wijzig limietbereik] Geef het bereik op waarbinnen [Eenvoudig (Beperking)] wordt toegepast op "Verif. afdruktaak" [OK] [Afsluiten] [OK]

Voor meer informatie over het specificeren van beschikbare functies voor personen of groepen, zie Printertaakverificatie.

6Als u SSL wilt gebruiken, geef dan [Gebr. beveil. verbinding(SSL)] op.

[Gebr. beveil. verbinding(SSL)] [Aan] [OK]

7Als u een algemene groep heeft geregistreerd, configureer dan de instelling voor algemene groepen.

[Groep programmeren/wijzigen] [* Niet geprogrammeerd] [Groepsnaam] Voer de groepsnaam in [OK]

Als er algemene groepen zijn geregistreerd onder Windows-server, kunt u voor elke groep het gebruik van functies beperken.

U moet vooraf algemene groepen maken op de Windows-server en voor elke groep de gebruikers registreren die moeten worden geverifieerd. U dient tevens de functies die beschikbaar zijn voor de groepsleden in de printer te registreren. Maak groepen aan in de printer door de namen van de geregistreerde groepen in te voeren in de Windows-server. Houd er rekening mee dat groepsnamen hoofdlettergevoelig zijn. Geef vervolgens de printerfucnties op die beschikbaar zijn voor iedere groep.

Als er geen algemene groepen zijn opgegeven, kunnen gebruikers de beschikbare functies gebruiken die in *Standaard groep zijn gespecificeerd. Als er wel algemene groepen zijn opgegeven, kunnen gebruikers die niet in algemene groepen zijn geregistreerd de beschikbare functies gebruiken die in [*Standaard groep] zijn gespecificeerd. Standaard zijn alle functies beschikbaar voor leden van de *Standaard groep. Geef op basis van de behoeften van de gebruikers de beperking van de beschikbare functies op.

8Selecteer de functies die u wilt toestaan.

[Beschikbare printerfuncties] Selecteer de functies die u wilt toestaan [OK] [OK] [Afsluiten]

Windows-verificatie zal worden toegepast op de geselecteerde functies.

Gebruikers kunnen alleen gebruikmaken van de geselecteerde functies.

Voor meer informatie over het specificeren van beschikbare functies voor personen of groepen, zie Beschikbare functies beperken.

9Log uit.

Opmerking

  • U kunt dit ook met Web Image Monitor instellen. Voor meer informatie, zie de procedure voor de SP C340DN.