Neem contact op met de beheerder als u deze instellingen wilt wijzigen. Er wordt aangeraden Beheerderverificatie op te geven voordat u de instellingen voor Beheerdersmiddelen configureert.
Adresboekmanagement
U kunt informatie dat in het adresboek is opgeslagen toevoegen, wijzigen of verwijderen. Voor meer informatie over elke instelling onder "Adresboek-beheer", zie Het adresboek registreren.
U kunt maximaal 1000 gebruikers registreren.
U kunt ook namen in het adresboek registreren en bewerken met behulp van Web Image Monitor.
Voor meer informatie over de instelling [Afdr.volumegebr. bep.] onder [Verif. info], zie de Veiligheidshandleiding.
Nw program.
U kunt zowel namen als gebruikerscodes registreren.
Namen
Het is mogelijk een naam, toetsweergave, registratienummer, weergaveprioriteit en titelselectie te registreren.
Verif. info
U kunt een gebruikerscode registreren en de functies opgeven die voor elke gebruikerscode beschikbaar zijn. Het is ook mogelijk om gebruikersnamen en wachtwoorden te registreren die worden gebruikt voor toegang tot een LDAP-server. Gebruikerscodes of gebruikersnamen en wachtwoorden die hier zijn geregistreerd, worden ook gebruikt voor de functie Beperking volume printergebruik.
Beveiliging
U kunt een beveiligingscode registreren.
Toev aan grp
U kunt een gebruiker of gebruikersgroep registreren die in het adresboek bij een groep zijn geregistreerd.
Wijzigen
U kunt zowel namen als gebruikerscodes wijzigen.
Alle gebruikers
U kunt gegevens in het adresboek wijzigen nadat u de gebruiker hebt geselecteerd in [Alle gebruik.].
Gebruikerscode
U kunt gegevens in het adresboek wijzigen nadat u de gebruiker hebt geselecteerd in [Gebruik.code].
Verwijderen
U kunt een naam uit het adresboek verwijderen.
Adresboek: Groep programmeren/wijzigen/verwijderen
Namen die geregistreerd staan in het adresboek kunnen aan een groep worden toegevoegd. U kunt maximaal 100 groepen registreren. Voor meer informatie over het registreren van namen bij een groep, zie Gebruikers in een groep registreren.
U kunt ook groepen in het adresboek registreren en beheren met Web Image Monitor.
Nw program.
U kunt groepen registreren.
Namen
Het is mogelijk een naam, toetsweergave, registratienummer, weergaveprioriteit en titelselectie te registreren.
Geprogr. Gebr./Groep
U kunt de namen of groepen van iedere groep controleren.
Beveiliging
U kunt een beveiligingscode registreren.
Toev aan grp
U kunt groepen die zijn geregistreerd in het adresboek in een groep plaatsen.
Wijzigen
U kunt een groep in het adresboek wijzigen.
Verwijderen
U kunt een groep uit het adresboek verwijderen.
Adresboek: Volgorde wijzigen
U kunt de volgorde van de geregistreerde namen wijzigen. Voor details over het wijzigen van de volgorde van de namen in het adresboek, zie De volgorde van geregistreerde namen wijzigen.
Adresboek: Titel bewerken
U kunt de titel bewerken om een gebruiker gemakkelijk te vinden.
Voor meer informatie over het bewerken van titels, zie Titels bewerken.
Adresboek: Titel veranderen
U kunt een sorteertitel selecteren voor gebruikersnamen van [Titel 1] tot [Titel 3]. Voor meer informatie over het sorteren van titels, zie Gebruikersinformatie registreren.
Standaardinstelling: [Titel 1]
Back-up/herstel: aangepaste gebruikersinstellingen & adresboek
Met een SD-kaart kunt u een back-up van het adresboek en de gebruikersinstellingen van de printer maken en deze back-upgegevens weer op de printer herstellen.
Met 'Gegevens herstellen' overschrijft u adresboekgegevens die op de printer zijn opgeslagen en wist u de teller van elke geregistreerde gebruiker van de printer.
U kunt ook een reservekopie maken van het adresboek van de printer met Web Image Monitor. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.
Reservekopie
U kunt een back-up van het adresboek en de gebruikersinstellingen van de printer op een SD-kaart opslaan.
Herstellen
U kunt de back-upkopie van het adresboek en gebruikersinstellingen van een SD-kaart herstellen.
Indeling
U kunt een SD-kaart formatteren.
Info Geh.opslagapp. verkrijgen
U kunt tevens de vrije ruimte en de eigenschappen van de SD-kaart controleren.
Gebruiker autom. uit adresboek verwijd.
Als de limiet voor het maximum aantal registraties wordt bereikt en het toevoegen van een nieuwe account wordt aangevraagd, kan de oudste account worden verwijderd en een nieuwe account worden geregistreerd volgens de gebruikersinstellingen.
Deze nieuwe account wordt automatisch geregistreerd in het adresboek en wordt niet handmatig in het adresboek geplaatst.
Standaardinstelling: [Uit]
Alle gegevens uit het adresboek verwijderen
U kunt alle gegevens uit het adresboek verwijderen.
Teller weergeven/afdrukken
Hiermee kunt u het aantal afdrukken bekijken en afdrukken.
Geeft het aantal afdrukken weer voor elke functie (Totaal, Printer, Dubbelzijdig, Dekking).
Tellerlijst afdrukken
Hiermee kunt u een lijst afdrukken met daarop het aantal afdrukken voor elke functie.
Teller weergeven/wissen/afdrukken per gebruiker
U kunt het aantal afdrukken voor iedere gebruikerscode weergeven, afdrukken en herstellen. Voor meer informatie over het afdrukken van de teller, zie De teller voor elke gebruiker afdrukken of wissen en De teller voor alle gebruikers afdrukken of wissen.
Het aantal afdrukken kan afwijken van de tellerstanden in Teller weergeven/afdrukken.
Printerteller
Lijst afdrukken voor Alle gebruikers
U kunt de tellerwaarden afdrukken voor alle gebruikers.
Wissen voor Alle gebruikers
U kunt de tellerwaarden voor alle gebruikers opnieuw instellen.
Lijst afdrukken Per gebruiker
U kunt de tellerwaarden afdrukken voor iedere gebruiker.
Wissen Per gebruiker
U kunt de tellerwaarde herstellen voor iedere gebruiker.
Milieuvriendelijke teller weergeven / wissen
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Milieuvriendelijke teller per gebruiker weergeven / wissen
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Milieuvriendelijke teller periode / bericht van beheerder
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Actie van app. wanneer limiet is bereikt
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Afdrukvolumegebruik beperken: telinstelling per eenheid
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Afdr.vol.gebr beperkn : Stndrd limietwaarde
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Gebruik van mediasleuf
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Gebruikersverificatiebeheer
Standaardinstelling: [Uit]
Uit
Gebruikerscodeverificatie
Met Gebruikerscodeverificatie kunt u beschikbare functies beperken en hiermee toezien op het gebruik van de functie. Wanneer u Gebruikerscodeverificatie gebruikt, registreer dan de gebruikerscodes.
Voor meer informatie over basisverificatie, Windows-verificatie, LDAP-verificatie en integratie van de serververificatie, zie de Veiligheidshandleiding.
Functie die u wilt beperken:
Beperk printerfuncties
Niet beperken
Kleur/Zwart-wit
Kleur
PC control
Beperk overige functies
Browser
Taakverificatie printer
Compleet
Eenvoudig (Beperking)
Simpel (Alles)
Basis authentificatie
Windows-verificatie
LDAP-verificatie
Integratieserver-verificatie
Verhoogde verificatie management
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Management beheerdersverificatie
Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over deze functie.
Beheerder Programmeren/Wijzigen
Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over deze functie.
Uitgebreide beveiliging
U kunt opgeven of u de uitgebreide beveiligingsfuncties wilt gebruiken of niet. Voor meer informatie over de uitgebreide beveiligingsfuncties, zie de Veiligheidshandleiding.
Programmeer/Wijzig/Verwijder LDAP server
U kunt de LDAP-server programmeren om rechtstreeks e-mailbestemmingen op te zoeken in het adresboek van de LDAP-server.
Deze functie ondersteunt LDAP-versie 2.0 en 3.0. Digest-verificatie kan alleen gebruikt worden onder LDAP versie 3.0. Voor meer informatie over het programmeren van de LDAP-server, zie De LDAP-server configureren.
Progr. / Wijz.
U kunt een LDAP-server programmeren of een geprogrammeerde LDAP-server wijzigen.
Naam:
Servernaam
Zoekbasis
Poortnummer
Gebr. beveil. verbinding (SSL)
Verificatie
Zoekvoorwaarden
Verwijderen
U kunt een geprogrammeerde LDAP-server verwijderen.
Slaapstand
U kunt opgeven of de printer wel of niet in slaapstand gaat.
Testoproep Service
U kunt een testoproep naar het @Remote-center maken. Deze functie is alleen beschikbaar als de @Remote-service ingeschakeld en actief is. Deze functie is niet beschikbaar als [Meld status van het apparaat] wordt gebruikt.
Meld status van het apparaat
U kunt een bericht over de status van de printer naar het @Remote center sturen. Deze functie is alleen beschikbaar als de @Remote-service ingeschakeld en actief is. Deze functie is niet beschikbaar als [Serviceoproeptest] wordt gebruikt.
Service Modusbeveiliging
Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over deze functie.
Firmwareversie
U kunt de versie controleren van de software die is geïnstalleerd op deze printer.
Niveau netwerkbeveiliging
Voor meer informatie over deze functie, zie de de Veiligheidshandleiding.
Geh.inst. Autom.verw.
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Het geheugen wissen
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Alle logboeken verwijderen
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Inst. Overdr.logb.
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Voorkomen van onbeveiligd kopiëren Afdrukken: Printer
Inst. ongeaut.kop.prev.
Geef op of de instelling voor voorkomen van onbevoegd kopiëren ingesteld moet worden op de printer.
Standaardinstelling: [Uit]
Aan
Uit
Verplichte ongeaut. kop.preventie
Selecteer de instelling voor ongeautoriseerde kopieerpreventie die voorrang moet krijgen.
Standaardinstelling: [Driver/Opdracht]
Driver/Opdracht
Drukt documenten af aan de hand van de instellingen die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven of met opdrachten.
Driver/Opdracht (meeste instell.)
Drukt het achtergrondpatroon af met de op de printer aangegeven kleur en dichtheid. Voor andere instellingen worden de instellingen die in het printerstuurprogramma of met opdrachten zijn geconfigureerd, toegepast op het afdrukken.
Apparaatinstelling(en)
Drukt documenten af aan de hand van de instellingen die op de printer zijn opgegeven ongeacht de instellingen van het printerstuurprogramma.
Type ongeaut. kopieerpreventie
Selecteer het type ongeautoriseerde kopieerpreventie dat gebruikt moet worden.
Standaardinstelling: [Ongeaut. kop.prev: Patrn ]
Gegevensbeveiliging voor kopiëren
Als het afdrukte document gekopieerd of gescand is met een kopieerapparaat of MFP die kopieerpreventie heeft, wordt de afbeeldingen in het document bedekt met een grijze overdruk.
Ongeaut. kop.prev: Patrn
Voegt tekst en achtergrondafbeeldingen in voor Onbevoegd kopiëren voorkomen voor Patroon op het afgedrukte document. Als het afgedrukte document gekopieerd of gescand is, verschijnt er een tekstpatroon op de achtergrond van het document om illegale kopieën te voorkomen.
Gegevensbeveiliging voor kopieereffect
Selecteer gegevensbeveiligingseffect voor kopiëren die toegepast worden op een gekopieerd of afgedrukt document.
Standaardinstelling: [Tekst en achtergrond]
Tekst en achtergrond
Alleen achtergrond
Ongeaut. kop.prev. vr patr.effect
Selecteert effecten voor onbevoegd kopiëren voor patronen die toegepast worden op het afgedrukte document.
Standaardinstelling: [Tekst en achtergrond]
Tekst en achtergrond
Alleen achtergrond
Alleen tekst
Omgekeerde patronen (Tekst/Achtergrond)
Maskertype voor patroon
Selecteer het patroon dat op de achtergrond van het afgedrukte document moet worden ingesloten.
Standaardinstelling: [Geen]
De beschikbare instellingen zijn:
Geen, Type 1, Type 2, Type 3, Type 4, Type 5, Type 6, Type 7, Type 8, Type 9, Type 10
Patroondichtheid
Selecteer een dichtheidsniveau voor het achtergrondpatroon.
Standaardinstelling: “3”
Tekstselectie
Voer de tekst in die op de afgedrukte documenten moet worden ingesloten om ongeautoriseerd kopiëren te voorkomen.
Standaardinstelling: [Ongeautoriseerde kopie]
De beschikbare instellingen zijn:
Niet specificeren, Onbevoegde kopie, Illegale kopie, Ongeldig, Niet kopiëren, Kopiëren beperkt, Kopiëren verboden, Gecontroleerd document, Vertrouwelijk document, Vertrouwelijk, Strikt vertrouwelijk, Vertrouwellijk, Gebruikersnaam, Bestandsnaam, Datum & tijd, Gebruikersnaam + Bestandsnaam, Gebruiksnaam + Datum & tijd, Bestandsnaam + Datum & tijd, Gebruikersnaam+Bestandsnaam+Datum & tijd, Gebruikerstekst 1, Gebruikerstekst 2
“Gebruikersnaam” is de loginnaam voor de computer.
Gebruikerstekst programmeren/wijzigen
Registreer de tekst die ingesloten moet worden om ongeautoriseerd kopiëren te voorkomen. Eenmaal geregistreerd kan de tekst die u wilt gebruiken, geselecteerd worden in [Tekstselectie].
PCL-lettertypen voor teksten
Geef het lettertype op dat voor de kopieerpreventietekst gebruikt moet worden bij gebruik van PCL.
Standaardinstelling: [Arial]
PS-lettertypen voor teksten
Geef het lettertype op dat voor de kopieerpreventietekst gebruikt moet worden bij gebruik van PostScript 3.
Standaardinstelling: [Arial]
RPCS-lettertypen voor teksten
Geef het lettertype op dat voor de kopieerpreventietekst gebruikt moet worden bij gebruik van RPCS.
Standaardinstelling: [Arial]
Puntgrootte
Geef met de cijfertoetsen de grootte van het lettertype op dat voor de kopieerpreventietekst gebruikt moet worden met een waarde van 50 tot 300 punten.
Standaard: "70" punten
Ruimte voor Enter
Geef de regelafstand van de tekst op met door met de cijfertoetsen een waarde in te voeren van 50 tot 300 punten. Deze instelling wordt weergegeven als een waarde anders dan [Uit] gespecificeerd is voor [Tekst herhalen].
Standaard: "70" punten
Teksthoek
Geef een tekstrotatiehoek op. Als er een groter aantal is opgegeven, wordt de tekst met de klok meegedraaid rond het midden van de tekstreeks. Geef een hoek op tussen 0 en 359 graden met de cijfertoetsen.
Standaardinstelling: “30” graden
Tekst herhalen
De tekst wordt naar beneden afgedrukt, vanaf de linkerbovenhoek van de pagina. Als [Aan: 180 gr draaien bij Enter] geselecteerd is, wordt elke tekstregel die wordt afgescheiden door een regeleinde met 180 graden gedraaid.
Standaardinstelling: [Uit]
Aan
Aan: 180 gr draaien bij Enter
Uit
Tekstpositie
Geef op waar de tekst ingevoegd wordt. Deze instelling wordt weergegeven als 0 graden gespecificeerd is als waarde voor [Teksthoek] en [Uit] gespecificeerd is als de waarde voor [Tekst herhalen].
Standaardinstelling: [Midden]
De beschikbare instellingen zijn:
Linksboven, Middenboven, Rechtsboven, Midden, Linksonder, Middenonder, Rechtsonder
Vaste USB-prt
Als deze functie is geactiveerd, kunt u voorkomen dat u het stuurprogramma opnieuw moet installeren als u een computer waarop het stuurprogramma voor een identiek printermodel al is geïnstalleerd aansluit op deze printer.
Standaardinstelling: [Uit]
Uit
Niveau 1
Het is niet nodig om een nieuw stuurprogramma te installeren wanneer het printerstuurprogramma van deze printer al op de computer geïnstalleerd is.
Niveau 2
Neem voor meer informatie over deze functie contact op met uw beheerder.
Domein programmeren /wijzigen /verwijderen
U kunt het domein programmeren dat moet worden gebruikt voor Kerberos-verificatie. Stel zowel de domeinnaam als KDC-servernaam in bij het programmeren van een domein. Voor meer informatie over domein programmeren/wijzigen/verwijderen, zie Het domein configureren.
Programmeren/wijzigen
U kunt een realm programmeren of een geprogrammeerde realm wijzigen.
Domeinnaam
KDC-servernaam
Domeinnaam
Verwijderen
U kunt een geprogrammeerde realm verwijderen.
Coderingsinstellingen apparaatgegevens
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Apparaatcertificaat programmeren / verwijderen
U kunt een zelf gegenereerd apparaatcertificaat programmeren en verwijderen en tevens de status van het certificaat controleren.
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Informatie apparaatinstelling: importeerinstelling (server)
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Informatie app.instelling: importeren uitvoeren (server)
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Inf. apparaatinstelling: Exporteren (geheugenopslagapp.)
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Inf. apparaatinstelling: Importeren (geheugenopslagapp.)
Voor meer informatie over deze functie, zie de Veiligheidshandleiding.
Code om energiespaarstand te wijzigen
U kunt de modus opgeven wanneer de toets [Energie besparen] wordt ingedrukt.
Verpl. veiligheidsstempel: Printer
U kunt opgeven of beveiligingsstempels afgedrukt moeten worden op uitvoerdocumenten met behulp van de printerfunctie. U kunt zelf instellen waar de stempels worden gedrukt. Beschikbare stempelinstellingen: [Datum/tijd], [Afdruk gebruikersnaam], [Apparaat-ID], [IP-adres apparaat], [Stempelpositie aanpassen]
Standaardinstelling: [Uit]
Personalisatie van gebruiker
U kunt opgeven of aangemelde gebruikers hun eigen startscherm mogen weergeven. Voor meer informatie over deze functie, zie de veiligheidshandleiding.
Standaardinstelling: [Verbieden]
Voorraadinf. weergeven
U kunt aangeven of de hoeveelheid toner al dan niet op het startscherm wordt weergegeven.
Home-scherm
Standaardinstelling: [Aan]
Printertoepassing-scherm
Standaardinstelling: [Aan]
ECO Night Sensor
Met de ECO Night Sensor (lichtsensor) kan de printer automatisch de stroom in- en uitschakelen als veranderingen van (dag)licht waargenomen worden.
U kunt opgeven hoe de printer handelt als de ECO Night Sensor een verandering van (dag)licht waarneemt.
Als Wekelijkse timer is ingesteld op [Dagelijks] of [Dag van de week], schakelt de printer zelfs niet in als de [ECO Night Sensor] is ingesteld op [Stroom aan en uit] en de tijd voor het inschakelen van het apparaat ingesteld in [Timer voor inschakeling] is verstreken.
Standaardinstelling: [Alleen stroom uit]
Alleen stroom uit
De printer zet de hoofdstroom uit als de Eco Night Sensor een laag (dag)lichtniveau waarneemt.
Stroom uit en weer aan
De printer schakelt de stroom uit als een daling in het niveau van het omgevingslicht gedetecteerd wordt. Hij schakelt de stroom weer in als een stijging in het niveau van het omgevingslicht gedetecteerd wordt.
Inactief
De ECO-nachtsensor is uitgeschakeld.
Timer voor uitzetten
U kunt opgeven hoe lang de printer wacht met het uitschakelen van de hoofdstroomschakelaar als de ECO Night Sensor een laag (dag)lichtniveau waarneemt.
De timer wordt hersteld als:
De sensor veranderingen waarneemt in het (dag)lichtniveau.
Een toets op het bedieningspaneel ingedrukt wordt of een afdruktaak wordt uitgevoerd.
De hoofdstroomschakelaar wordt ingeschakeld.
Het configuratiescherm van de printer wordt weergeven op het bedieningspaneel.
De printerinstellingen worden veranderd met behulp van Web Image Monitor.
De printerinstellingen worden geïmporteerd of geëxporteerd.
Een programma wordt gedownload.
De printer hervat de modus Fuseereenheid uit.
De printer schakelt over naar de slaapstand.
Standaardinstelling: [120 minuten]
1 minuut
5 minuten
30 minuten
60 minuten
120 minuten
Timer voor aanzetten
U kunt opgeven hoe lang de printer wacht voordat hij de hoofdstroomschakelaar inschakelt als de ECO Night Sensor een toename van het (dag)lichtniveau waarneemt.
De timer wordt hersteld als:
De sensor veranderingen waarneemt in het (dag)lichtniveau.
De instelling voor ECO-nachtsensor gewijzigd wordt.
De hoofdstroomschakelaar wordt ingeschakeld.
De printer schakelt over naar de slaapstand.
Standaardinstelling: [1 minuut]
1 minuut
5 minuten
30 minuten
60 minuten
120 minuten
Niveau belichtingssensor
Helderheid sensorniveau voor uitschakelen
U kunt de belichtingsdrempel voor de sensor instellen die de hoofdstroomschakelaar uitschakelt.
Standaardinstelling: 0
0 (Donker) - 15 (Licht)
Niveau 0 (zeer donker): gelijkwaardig aan een maanverlichte nacht
Niveau 5 (donker): gelijkwaardig aan een weinig verlichte kamer
Niveau 7 (duister): gelijkwaardig aan een kamer bij zonsondergang
Niveau 9 (helder): gelijkwaardig aan een fel belichte kamer 's nachts
Niveau 15 (zeer licht): gelijkwaardig aan een kamer belicht met zon
Helderheid sensorniveau voor inschakelen
U kunt de belichtingsdrempel voor de sensor instellen die de hoofdstroomschakelaar inschakelt.
Standaardinstelling: 8
0 (Donker) - 15 (Licht)
Niveau 0 (zeer donker): gelijkwaardig aan een maanverlichte nacht
Niveau 5 (donker): gelijkwaardig aan een weinig verlichte kamer
Niveau 7 (duister): gelijkwaardig aan een kamer bij zonsondergang
Niveau 9 (helder): gelijkwaardig aan een fel belichte kamer 's nachts
Niveau 15 (zeer licht): gelijkwaardig aan een kamer belicht met zon
U kunt een lagere waarde instellen voor [Belicht.niv. vr uitzetten] dan voor het [Belicht.niv. vr aanzetten].
Helderheidsniveaus zijn gebaseerd op omgevingslicht. Het werkelijke belichtingsniveau kan verschillen afhankelijk van de omgeving waar de printer wordt gebruikt.
Logboeken verzamelen
U kunt opgeven of er wel of niet taaklogboeken, toegangslogboeken en milieuvriendelijke logboeken moeten worden verzameld.
Standaardinstelling: [Inactief]
Centraal beheer
U kunt een beheerserver instellen voor het centraal beheren van de adresboekinformatie en Beheerde client.
De adresboekinformatie die op de beheerserver is geregistreerd, kan met de Beheerde client worden gedeeld door de beheerserver te synchroniseren met de andere apparaten die als Beheerde client moeten worden geregistreerd.
Uitsluitend de apparaatbeheerder kan de instellingen opgeven.
Verwisselbare talen selecteren
U kunt tot vijf talen registreren voor weergave op het bedieningspaneel. U kunt de weergavetaal wijzigen met de taalschakelaar op het [Gebruikersinstellingen]-scherm.
Gereed-status na afdrukken
U kunt de status instellen waarnaar de printer terugkeert na het afdrukken van documenten in de Slaapstand.
Standaardinstelling: [Uit]
Aan
De printer keert niet terug naar de Slaapstand en het [Home]-scherm verschijnt op het bedieningspaneel.
Uit
De printer keert terug naar de Slaapstand.
Uitschak. als netw.verb. wordt verbroken
U kunt opgeven of u de stroom uit wilt zetten wanneer de netwerkverbinding wordt uitgeschakeld.
![]()
De ongeautoriseerde kopieerpreventie kan in Web Image Monitor en in het printerstuurprogramma worden ingesteld. Voor meer informatie over het configureren van de instellingen, zie Documenten die niet gekopieerd mogen worden.