Koptekst overslaan
 

Host-interface (SP C340DN)

In dit gedeelte worden de parameters besproken die u kunt instellen in [Host interface].

I/O-buffer

U kunt het formaat van de I/O-buffer selecteren. Normaal gesproken is het niet nodig om deze instelling te wijzigen.

Standaardinstelling: [128 KB]

  • 128 KB

  • 256 KB

I/O-timeout

U kunt het aantal seconden instellen dat de computer moet wachten om een afdruktaak te voltooien. Wanneer het afdrukken regelmatig wordt onderbroken door gegevens van andere poorten kunt u de time-outperiode verlengen.

Standaardinstelling: [15 seconden]

  • 10 seconden

  • 15 seconden

  • 20 seconden

  • 25 seconden

  • 60 seconden

Netwerk

U kunt de netwerkinstellingen configureren. Voor meer informatie, zie Configuratie.

Apparaat IPv4 adres

U kunt instellen of het IPv4-adres handmatig of automatisch wordt ingesteld.

Standaardinstelling: [Autom. verkrijgen (DHCP)]

Autom. verkrijgen(DHCP)

Als DHCP is ingesteld op Aan, kunnen het IPv4-adres, subnetmask-adres en het gateway-adres niet gewijzigd worden. Schakel DHCP uit om ze te wijzigen. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de netwerkconfiguratie.

Specificeren

  • IP-adres

    Stel het IPv4-adres handmatig in.

    Standaardinstelling: 11.22. 33,44

  • Subnet M

    Stel het subnetmasker handmatig in.

    Standaardinstelling: 0.0.0.0

  • Gateway

    Stel het gateway-adres handmatig in.

    Standaardinstelling: 0.0.0.0

IPv6 Statusloze inst.

U kunt instellen of de automatische configuratie van een staatloos IPv6-adres in- of uitgeschakeld moet worden.

Standaardinstelling: [Actief]

  • Actief

  • Inactief

DHCPv6-configuratie

U kunt de DHCPv6-instellingen configureren.

DHCPv6-instelling

U kunt opgeven of u DHCPv6 al dan niet wilt inschakelen.

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Actief

  • Inactief

Bedieningsmodus

U kunt de bedieningsmodus voor DHCPv6 specificeren als [DHCPv6-config.] ingesteld is op [Actief].

Standaardinstelling: [Routerverzoek]

  • Routerverzoek

  • IP-adres ophalen

  • Geen IP-adres ophalen

DNS-serveradres

U kunt selecteren hoe het DNS-serveradres gespecificeerd wordt wanneer [DHCPv6-config.] ingesteld is op [Actief].

Standaardinstelling: [Autom. verkrijgen (DHCPv6)]

  • Autom. verkrijgen (DHCPv6)

  • Specificeren

IPsec

Dit is een beveiligingsfunctie. Neem, voor meer informatie over deze functie, contact op met uw beheerder.

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Actief

  • Inactief

Actief protocol

U kunt het actieve protocol instellen.

IPv4

Standaardinstelling: [Actief]

  • Actief

  • Inactief

IPv6

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Actief

  • Inactief

SMB

Standaardinstelling: [Actief]

  • Actief

  • Inactief

@Remote service

Standaardinstelling: [Actief]

  • Actief

  • Inactief

Firmware-update (IPv4)

Standaardinstelling: [Actief]

  • Actief

  • Inactief

Firmware-update (IPv6)

Standaardinstelling: [Actief]

  • Actief

  • Inactief

Ethernetsnelheid

U kunt de netwerksnelheid voor gebruik van de printer instellen. Als er zich een communicatiefout voordoet vanwege compatibiliteitsproblemen met de hub selecteert u een snelheid die geschikt is voor uw netwerkomgeving.

Om het verbruik van netwerkapparaten te verminderen, bedraagt de standaard ethernetsnelheid van de printer tot maximaal 100BASE-TX (100 Mbps). Indien u communicatie met een hogere snelheid nodig heeft, selecteert u [Autom. sel: 1 Gbps insch.] om 1000BASE-T (1Gbps) in te schakelen.

Standaardinstelling: [Aut. sel: 1 Gbps uitsch.]

  • Autom. sel: 1 Gbps insch.

  • Aut. sel: 1 Gbps uitsch.

  • 10Mbps half duplex

  • 10Mbps volledig duplex

  • 100Mbps half duplex

  • 100Mbps volledig duplex

IEEE802.1X Ver.(Ethernet)

U kunt IEEE 802.1X ethernetverificatie instellen. Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over IEEE 802.1X-verificatie.

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Actief

  • Inactief

Restr.IEEE802.1X Ver.Std.

U kunt standaardinstelling IEEE 802.1X herstellen.

Type LAN

U kunt Ethernet of Wireless LAN selecteren. Dit menu wordt alleen weergegeven als de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd.

Als Ethernet en draadloos LAN allebei zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang.

Standaardinstelling: [Ethernet]

  • Ethernet

  • Draadloos LAN

SSL/TLS Comm. toestaan

U kunt gecodeerde communicatie voor SSL/TLS instellen. Als u [Alleen cijfertekst] instelt, dan moet u het SSL-certificaat voor de printer installeren.

Standaardinstelling: [Cijfertekst prioriteit]

  • Alleen cijfertekst

  • Prioriteit cijfertekst

  • Cijfertekst/Cleartext

Parallelle interface

U kunt de instellingen voor het parallelle interface configureren. Dit menu wordt weergegeven als de IEEE 1284 interfacekaart is geïnstalleerd.

Parallelle tijdsinstelling

U kunt de timing voor de parallelle interface instellen.

Standaardinstelling: [ACK buiten]

  • ACK binnen

  • ACK buiten

  • STB down

Parallelle comm.snelheid

U kunt instellen of u DMA-overdracht gebruikt voor het ontvangen van gegevens.

Standaardinstelling: [Hoge snelheid]

  • Hoge snelheid

  • Standaard

Geselecteerd statussignaal

U kunt het niveau van het selectiesignaal van de parallelle interface instellen.

Standaardinstelling: [Hoog]

  • Hoog

  • Laag

Invoeraccent

Normaal gesproken hoeft u deze instelling niet te veranderen.

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Actief

  • Inactief

Bidirectionele comm.

U kunt opgeven of u bidirectionele communicatie wilt in- of uitschakelen.

Standaardinstelling: [Aan]

  • Aan

  • Uit

Draadloos LAN

U kunt de instellingen voor draadloos LAN configureren. Dit menu wordt alleen weergegeven als de optionele draadloze LAN-interfacekaart is geïnstalleerd.

WLAN: Eenv. inst/Dir. verb

U kunt draadloos LAN automatisch instellen met de Wi-Fi Protected Setup (WPS).

Standaardinstelling: [Druktoets-methode]

  • Druktoets-methode

  • PIN-codemethode

Communicatiemodus

U kunt de transmissiemodus instellen voor draadloos LAN.

Standaardinstelling: [Infrastructuur modus]

  • 802.11 Ad-hoc modus

  • Infrastructuurmodus

  • Rechtstr.: Groepseig.modus

  • Rechtstr. verb.modus

SSID-instelling

U kunt het SSID instellen om het toegangspunt vast te leggen in [Infrastructuur] of [802.11 Ad-hoc].

De tekens die kunnen worden gebruikt zijn ASCII 0x20-0x7e (32 bytes).

Ad-hoc kanaal

U kunt het kanaal instellen om te gebruiken wanneer [802.11 Ad-hoc] is geselecteerd. Stel het kanaal zo in dat het overeenkomt met het gebruikte soort draadloos LAN.

Standaardinstelling: [11]

  • IEEE 802.11b/g draadloos LAN

    Frequentiebereik:

    2412–2462 MHz (kanaal 1–11)

  • IEEE 802.11a draadloos LAN

    Frequentiebereik:

    5180–5240 MHz (kanaal 36, 40, 44 en 48)

  • IEEE 802.11n draadloos LAN

    Frequentiebereik:

    2412–2462 MHz (kanaal 1–11)

    5180–5240 MHz (kanaal 36, 40, 44 en 48)

Beveiligingsmethode

U kunt instellen of u codering wilt inschakelen en welk beveiligingstype gebruikt wordt als de codering ingeschakeld is.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • WEP

    Druk op [Details] en voer dan de WEP-sleutel in met hexadecimale en ASCII-karakters.

  • WPA

    Druk op [Details] en selecteer dan de verificatiemethoden.

    Selecteer een van de volgende verificatiemethoden:

    WPA-PSK, WPA(802.1x), WPA2-PSK, WPA2

  • WPA2

    Druk op [Details] en selecteer dan de Verificatiemethode.

    Als u WPA2 selecteert, wordt de coderingsmethode ingesteld op CCMP (AES) en dit kan niet gewijzigd worden.

    Selecteer een van de volgende verificatiemethoden:

    WPA2-PSK, WPA2

    Als u WPA2-PSK selecteert, voer dan een wachtwoord in (van 8 tot 63 tekens).

Directe verbindingsinstellingen

U kunt opgeven of het bedieningspaneel wel of niet kan worden gebruikt als een DHCP-server. Als de client op een netwerk start, wordt de informatie (zoals een IP-adres die vereist is voor netwerkverbinding) automatisch toegewezen.

Standaardinstelling: [UIT]

Configureer alle volgende items om deze functie in te schakelen:

  • Apparaatnaam

    Druk op [Apparaat hernoemen] rechtsboven in het scherm en voer de naam in van het apparaat dat met de client is verbonden.

  • Wachtwoord verbinding

    Voer het wachtwoord in om verbinding te maken met een netwerk.

  • Geef het IPv4-adres weer

  • Verbindingsstatus

Draadloos LAN signaal

U kunt de signaalsterkte controleren tijdens het gebruik van het draadloos LAN.

Standaarden herstellen

U kunt de draadloze LAN-instellingen terugzetten naar hun standaardwaarden.

USB-instellingen

U kunt de communicatieparameters configureren voor verbinding vanuit de computer naar de printer via USB.

USB snelheid

Standaardinstelling: [>Automatisch selecteren]

  • Automatische selecteren

  • Volle snelheid

Vaste USB-poort

Standaardinstelling: [Uit]

  • Niveau 1

  • Niveau 2

  • Uit

Opmerking

  • Voor meer informatie over het configureren van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie Web Image Monitor Help.