![]()
De functie Duplex kan niet worden gebruikt als u Dik papier 2 gebruikt. Als de functie Duplex is ingesteld, drukt u op [1-z
2-z:B/B] om deze instelling te annuleren.
Geef het gewicht van het papiertype op als u op dik papier kopieert.
Dik papier 1: 104 – 169 g/m2 (39 lb. voorblad - 90 lb. index)
Dik papier 2 : 170 – 216 g/m2 (65 - 80 lb. voorblad)
Dik papier 3: 217 - 256 g/m2 (187 - 220 kg)
Dik papier 4: 257 – 300 g/m2 (221 – 258 kg)
Plaats het papier met de bedrukte zijde boven in de handinvoer.
De handinvoer (
) wordt automatisch geselecteerd.
Druk op [
].
Druk op [Papierformaat].
Geef het papierformaat op en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Papiertype].
Selecteer [Dik papier 1] tot [Dik papier 4] en druk vervolgens twee keer op [OK].

Plaats originelen en druk daarna op [Start].
![]()
Als u [Dik papier 2] selecteert, kunnen er geen kopieën met de bedrukte zijde omlaag worden afgeleverd.
U kunt ook dik papier in de papierladen plaatsen en dit gebruiken voor het maken van kopieën. Vergeet niet het papiertype in te stellen onder [Instell. papierlade] in Gebruikersinst.. Voor meer informatie, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.