Koptekst overslaan
 

De netwerkbeveiligingsniveaus opgeven met behulp van het bedieningspaneel

Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met [Pijl-omlaag ] of [Pijl-omhoog ].

1Meld u aan als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel van de printer.

2Selecteer [Beveiligingsopties] Druk op de [OK]-knop.

3Selecteer [Netwerk Beveiligingsniveau] Druk op [OK]

4Selecteer [Niveau 0], [Niveau 1], [Niveau 2] of [FIPS140] Druk op [OK]

Wanneer er een dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, selecteert u [Afsluit.].

5Druk tweemaal op de [Menu]-knop.

6Log uit.