Dit is een verificatiemethode voor het beperken van toegang tot functies aan de hand van een gebruikerscode. Dezelfde gebruikerscode kan door meer dan één gebruiker worden gebruikt. Zie de Help-functie van Web Image Monitor voor verdere informatie over het instellen van gebruikerscodes.
Voor meer informatie over het opgeven van gebruikerscodes voor het printerstuurprogramma, raadpleegt u de Help-functie van het printerstuurprogramma.
Log in als de apparaatbeheerder via Web Image Monitor.
Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].
Klik op [Gebruikersverificatiebeheer] onder "Apparaatinstellingen".
Selecteer [Gebruikerscode] in de lijst "Gebruikersverificatiebeheer".
Selecteer bij "Functies om te beperken" de printerfuncties die u wilt beperken.
Als u printertaakverificatie wilt inschakelen, selecteert u een andere optie dan [PC-controle].
Selecteer het "Verif. afdruktaak"-niveau.
Voor meer informatie over de niveaus van printertaakverificatie, zie Printertaakverificatie.
Als u [Compleet] of [Eenvoudig (Alle)] selecteert, ga dan door naar stap 8.
Als u [Eenvoudig (Beperking)] selecteert, ga dan door naar stap 7.
Geef het bereik op waarbinnen [Eenvoudig (beperking)] moet worden toegepast op "Taakverificatie printer".
U kunt het bereik van het IP-adres opgeven waarbinnen deze instelling moet worden toegepast. Ook kunt u hier opgeven of de instelling moet worden toegepast op de parallelle interfaces en de USB-interfaces.
Klik op [OK].
Log uit.