Met spoolafdrukken kunnen afdruktaken tijdelijk worden opgeslagen en nadat ze zijn overgedragen, kunnen ze worden afgedrukt. Dit verkort de afdruktijd doordat u de efficiëntie van de printer maximaliseert.
Spoolafdrukken is alleen beschikbaar als de optionele harde schijf geïnstalleerd is.
Tijdens spoolafdrukken wordt de harde schijf gebruikt en het indicatielampje inkomende gegevens (Data In) knippert. Het uitschakelen van de computer of printer tijdens spoolafdrukken kan de harde schijf beschadigen. Ook worden gespoolde taken verwijderd als de computer of de printer uitgezet wordt tijdens spoolafdrukken. Schakel daarom de computer of de printer niet uit tijdens spoolafdrukken.
Als er gegevens naar de printer gestuurd worden met gebruik van andere protocollen dan "diprint", "lpr", "ipp", "ftp", "sftp", "smb" en "wsd (printer)", kan spoolafdrukken niet uitgevoerd worden.
Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met de toetsen [ ] of [ ].
Selecteer [Systeem] Druk op [OK]
Selecteer [Spool afdrukken] Druk op [OK]
Selecteer [Aan] Druk op [OK]
Het afdrukken van de eerste pagina via spoolafdrukken duurt langer.
Wanneer grote hoeveelheden gegevens worden gespoold, heeft de computer minder tijd nodig om afdrukken te verwerken.
Gebruik Web Image Monitor voor het weergeven en/of verwijderen van gespoolde afdruktaken die zijn opgeslagen op de printer. Om een gespoolde afdruktaak te verwijderen, meldt u zich bij Web Image Monitor als beheerder aan. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.