Het kan zijn dat er niet goed wordt afgedrukt op papier met een vaste afdrukrichting (van boven naar onder) of op dubbelzijdig papier (bijvoorbeeld briefpapier, geperforeerd papier of gekopieerd papier). Dit hangt af van de manier waarop het papier is geplaatst.
Instellingen maken op het bedieningspaneel
Stel [Instelling Briefhoofd] in op [Autodetectie] of [Aan (altijd)] en plaats vervolgens het papier zoals aangegeven in onderstaande tabel. Voor meer informatie over [Instelling Briefhoofd], zie Apparaatmodus.
Papierrichting
De betekenis van de pictogrammen is als volgt:
Pictogram |
Betekenis |
---|---|
Leg of plaats papier met de bedrukte zijde naar boven. |
|
Leg of plaats papier met de bedrukte zijde naar beneden. |
Afdrukzijde |
Lade 1 – 4 |
Handinvoer |
---|---|---|
Enkelzijdig |
||
Dubbelzijdig |
Om op briefpapier af te drukken wanneer [Instelling briefhoofd] op [Automatische detectie] staat, moet u [Briefhoofd] instellen als papiertype in de instellingen van het printerstuurprogramma.
Als een afdruktaak halverwege het afdrukken wordt gewijzigd van enkelzijdig naar dubbelzijdig afdrukken, kan de enkelzijdige afdruk na de eerste afdruk op de andere zijde worden afgedrukt. Om ervoor te zorgen dat al het papier in dezelfde richting uitgevoerd wordt, raden wij u aan om verschillende laden op te geven voor enkelzijdige en dubbelzijdige afdruktaken. Let op dat dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld moet worden voor de lade die is opgegeven voor enkelzijdig afdrukken.
Voor meer informatie over het maken van dubbelzijdige kopieën, zie Afdrukken op beide zijden van een pagina.