Koptekst overslaan
 

De USB-apparaatserver aansluiten

In dit gedeelte vindt u uitleg over hoe u de Ethernet-interfacekabel op de USB-apparaatserver aansluit.

De netwerkinterfacekabel die op de USB-apparaatserver aangesloten wordt, moet gebruik maken van een ferrietkern om RF-interferentie te voorkomen.

Belangrijk

  • Zorg dat de aan-/uitschakelaar van de printer uitgeschakeld is voordat u de Ethernet-interfacekabel in de printer steekt of eruit haalt.

1Maak een lus op een afstand van 3 cm (1) van beide uiteinden van de Ethernet-interfacekabel en bevestig dan aan iedere lus een ferrietkern. Deze zijn meegeleverd met de USB-apparaatserver.

Illustratie van Ethernet-interfacekabel

2Sluit het ene uiteinde van de Ethernet-interfacekabel aan op de Ethernet-poort van de USB-apparaatserver.

Illustratie van het aansluiten van de Ethernet-interfacekabel

U kunt een rechte of cross-over Ethernet-kabel gebruiken voor aansluiting op de USB-apparaatserver

3Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de Ethernet-poort van de computer die u gaat gebruiken voor de installatie.

Sluit als de installatie voltooid is dit uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een netwerkapparaat, zoals een hub.

4Steek de stekker van de printer in het stopcontact en zet de printer aan.

Het kan een aantal seconden duren voordat de printer de USB-apparaatserver herkent. Als u de USB-kabel eruit getrokken heeft, sluit deze kabel dan weer aan.

LED-lampjes

Als de USB-apparaatserver correct is aangesloten, gaan de LED-lampjes op de Ethernet-poort als volgt branden:

Afbeelding van een Gigabit Ethernet-poort (illustratie met nummers en benoemingen)

  1. Tijdens gebruik van 10BASE-T branden de bovenste LED-lampjes groen.

  2. Tijdens gebruik van 100BASE-TX branden de onderste LED-lampjes geel.

  3. Tijdens gebruik van 1000BASE-T-, branden beide LED-lampjes.

Opmerking

  • Verwijder de afdekking van USB-poort B op de printer en sluit de poort aan op de USB-poort van de USB-apparaatserver.