Dit gedeelte geeft de aanbevolen papierformaten en -typen.
![]()
Als u gekruld papier gebruikt, omdat het te droog of te vochtig is, dan kan een papierstoring optreden.
Gebruik geen papier dat bedoeld is voor een inkjetprinter, omdat het aan de fuseereenheid kan blijven plakken en een papierstoring kan veroorzaken.
Wanneer u overheadsheets plaatst, controleer de voor- en achterkant van de vellen en plaatst u ze correct. Anders kan er een storing ontstaan.
Lade 1
Papiertype en -gewicht |
Papierformaat |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|
64 – 120 g/m2 (17 lb. bankpost - 44 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 1 |
*1 A4 |
500 vellen |
64 – 120 g/m2 (17 lb. bankpost - 44 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 1 |
*2 A5 8 × 10 16K |
500 vellen |
64 – 120 g/m2 (17 lb. bankpost - 44 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 1 |
Aangepast formaat:
Verticaal: 148,0 – 356,0 mm Horizontaal: 105,0 – 216,0 mm
Verticaal: 5,83 – 14,0 inch Horizontaal: 4,14 - 8,50 inch |
500 vellen |
*1 Selecteer het papierformaat met behulp van de papierformaatknop op de lade.
* 2 Stel de papierformaatknop op de lade in op "
" en selecteer het papierformaat met het bedieningspaneel.
Lade 2-5
Papiertype en -gewicht |
Papierformaat |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|
64 – 120 g/m2 (17 lb. bankpost - 44 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 1 |
*1 A4 |
500 vellen |
64 – 120 g/m2 (17 lb. bankpost - 44 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 1 |
*2 B5 JIS 8 × 10 16K |
500 vellen |
64 – 120 g/m2 (17 lb. bankpost - 44 lb. voor-/achterblad) Normaal pap. 1 – Dik papier 1 |
Aangepast formaat:
Verticaal: 162,0 - 356,0 mm Horizontaal: 92,0 – 216,0 mm
Verticaal: 6,38 – 14,0 inch Horizontaal: 3,63 - 8,50 inch |
500 vellen |
Enveloppen |
*2 41/8 × 91/2 |
*3 |
*1 Selecteer het papierformaat met behulp van de papierformaatknop op de lade.
* 2 Stel de papierformaatknop op de lade in op "
" en selecteer het papierformaat met het bedieningspaneel.
3* Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Het maximum aantal vellen dat u tegelijkertijd kunt plaatsen is afhankelijk van de dikte en de omstandigheid van het papier.
Handinvoer
Papiertype en -gewicht |
Papierformaat |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|
60 – 220 g/m2 (16 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
*1 A4 16K |
100 vellen |
60 – 220 g/m2 (16 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Aangepast formaat *2:
Verticaal: 148,0 – 356,0 mm Horizontaal: 70,0–216,0 mm
Verticaal: 5,83 – 14,0 inch Horizontaal: 2,76 - 8,50 inch |
100 vellen |
OHP-transparanten |
A4 |
*3 |
Etiketten (stickervellen) |
A4 |
*3 |
Enveloppen |
*1 41/8 × 91/2 |
*3 |
* 1 Selecteer het papierformaat met behulp van het bedieningspaneel. Voor de kopieermodus, zie Kopiëren / Document Server. Voor de printermodus, zie Normale formaten instellen via het bedieningspaneel.
*2 Voer het papierformaat in. Voor de kopieermodus, zie Kopiëren / Document Server. Voor de printermodus, zie Papier met afwijkende afmetingen instellen via het bedieningspaneel.
3* Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Het maximum aantal vellen dat u tegelijkertijd kunt plaatsen is afhankelijk van de dikte en de omstandigheid van het papier.
Papierdikte
Papierdikte*1 |
Papiergewicht |
|---|---|
Dun papier *2 |
60 – 63 g/m2 (16 lb. bankpost) |
Norm. pap. 1 |
64 - 74 g/m2 (17 - 20 lb. bankpost) |
Normaal papier 2 |
75-90 g/m2 (20-24 lb. bankpost) |
Medium dik |
91-105 g/m2 (24-28 lb. bankpost) |
Dik papier 1 |
106 – 135 g/m2 (28 – 36 lb. bankpost)*3 |
Dik papier 2 |
136 – 170 g/m2 (36 lb. bankpost - 63 lb. voor-/achterblad) |
Dik papier 3 |
171 – 220 g/m2 (63 – 80 lb. voorblad) |
*1 De afdrukkwaliteit neemt af als het door u gebruikte papier dicht bij het minimale of maximale gewicht ligt. Wijzig de instelling voor het papiergewicht in dunner of dikker.
*2 Afhankelijk van het type dun papier kunnen de randen gaan kreukelen of kan het papier verkeerd worden ingevoerd.
*3 Toegestane gewichten voor laden 1 tot 5 en dubbelzijdig afdrukken zijn 106 tot 120 g/m2 (28 lb. bankpost tot 44 lb. voor-/achterblad)-papier.
![]()
Bepaalde papiertypen, zoals OHP-transparanten, kunnen wat meer geluid bij het bedrukken veroorzaken dan normaal. Dit geluid wijst niet op een probleem en heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit.
De papiercapaciteit in de bovenstaande tabellen dient als voorbeeld. De werkelijke papiercapaciteit kan lager zijn, afhankelijk van het papiertype.
Zorg er bij het plaatsen van papier voor dat de stapelhoogte niet boven het limietteken op de papierlade uitkomt.
Als invoer van meerdere vellen plaatsvindt, waaiert u de vellen grondig of plaatst u de vellen een voor een.
Strijk gekrulde vellen glad voordat u ze plaatst.
De kopieer-/afdruksnelheid kan lager dan gewoonlijk liggen afhankelijk van het papierformaat en -type.
Wanneer u dik papier laadt van 106 – 220 g/m2 (28 lb. bankpost–80 lb. voorblad), zie Dik papier.
Zie bij het plaatsen van enveloppen Enveloppen.
Wanneer u op briefpapier kopieert of afdrukt, is de richting waarin u het papier plaatst afhankelijk van de functie die u gebruikt. Voor meer informatie, zie Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen.
Wanneer u papier van hetzelfde formaat en type in twee of meer laden plaatst, gebruikt het apparaat automatisch een van de laden waarvoor [Ja] is ingesteld bij [Auto Pap.selectie toep.] als het papier in de eerst gebruikte lade op is. Deze functie wordt Automatische ladewisseling genoemd. Deze functie zorgt ervoor dat u een kopieersessie niet hoeft te onderbreken voor het aanvullen van papier tijdens het maken van een groot aantal kopieën. U kunt het papiertype van de papierladen instellen bij [Papiertype]. Voor meer informatie over deze instelling, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen. Voor meer informatie over het instellen van de functie Automatische ladewisseling, zie de handleiding Kopiëren / Document Server.
Bij het plaatsen van etikettenpapier:
Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken.
Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
Druk op [Handinvoer] en selecteer vervolgens de juiste papierdikte bij [Papiertype].
Wanneer u OHP-transparanten plaatst:
Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
Bij het kopiëren op OHP-transparanten, zie Kopiëren / Document Server.
Wilt u op OHP-transparanten afdrukken vanaf de computer, raadpleeg dan Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel.
Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHP-transparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.