![]()
|
![]()
Stel de kaart niet bloot aan fysieke schokken.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Open het paneel aan de achterzijde.

Ontgrendel de nok op het paneel van de interface, welke zich aan de zijkant van het achterpaneel bevindt.

Ontgrendel de twee nokken aan de buitenzijde van het paneel van de interface.

Duw de SD-kaart in de sleuf tot ze vastklikt.

Als u maar één SD-kaart plaatst, gebruikt u de bovenste sleuf. Plaatst u twee SD-kaarten tegelijk, gebruik dan beide sleuven.
Als u twee of meer SD-kaarten tegelijk wilt plaatsen, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Vergrendel de twee nokken aan de buitenzijde van het paneel van de interface.

Vergrendel de nok op het paneel van de interface, welke zich aan de zijkant van het achterpaneel bevindt.

Sluit het achterpaneel.

Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en zet het apparaat aan.
Controleer of de SD-kaart goed geïnstalleerd is.
![]()
U kunt via het menu van het bedieningspaneel controleren dat de SD-kaart correct geïnstalleerd is.
XPS-kaart: Druk de configuratiepagina af, als de XPS-kaart correct geïnstalleerd is, dan verschijnt "XPS" bij "Printertaal" in "Systeemreferentie". Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Afdrukken.
Als de kaart niet correct is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de eenheid ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Raak de kaart niet aan als het apparaat in gebruik is. De kaart kan dan losraken, zelfs als er licht tegen wordt geduwd. Het afdekkapje van de sleuf moet weer aangebracht worden.