![]()
|
Aanzicht vanaf de voor- en linkerkant

ADF
Laat de ADF zakken over de originelen die op de glasplaat liggen.
Als u een stapel originelen in de ADF plaatst, zal de AFD automatisch de originelen één voor één invoeren.
Glasplaat
Plaats originelen hier met de bedrukte zijde naar beneden. Voor meer informatie, zie Originelen op de glasplaat plaatsen.
Bedieningspaneel
Verlengstuk
Trek aan de papierstopper om te voorkomen dat het papier eraf valt.
Hoofdstroomschakelaar
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Als dit niet het geval is, opent u het klepje van de hoofdstroomschakelaar en schakelt u deze in.
De papierformaat-instellingsknop
Gebruik deze knop om het papierformaat te selecteren. Om een papierlade te gebruiken die niet op de papierformaatinstellingsknop staat, stelt u deze in op "
". In dit geval moet u het papierformaat met het bedieningspaneel opgeven.
Papierlade
Hierin wordt het papier geplaatst. Voor meer informatie over de afmetingen en papiersoorten die kunnen worden gebruikt, zie Papier plaatsen.
Linker paneel
Open dit paneel om bij de tonerafvalfles te kunnen. Voor meer informatie, zie De tonerafvalfles vervangen.
Ventilatieopening
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt.
Standaardlade
Gekopieerd of afgedrukt papier en faxberichten worden hier afgeleverd.
Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant

ADF-verlengstuk
Trek dit verlengstuk uit om groot papier te ondersteunen.
Ventilatieopening
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt.
Verlengstuk voor de handinvoer
Trek dit verlengstuk uit als u vellen van A4
, 81/2 × 11
of groter in de handinvoer plaatst.
Handinvoer
Voor meer informatie over de afmetingen en papiersoorten die kunnen worden gebruikt, zie Papier in de handinvoer plaatsen.
Papiergeleiders
Als u papier in de handinvoer plaatst, zorg er dan voor dat de papiergeleiders tegen het papier aan staan.
Voorpaneel
Open deze om toegang tot de binnenkant van het apparaat te krijgen en vastgelopen papier te verwijderen.
Open deze om de printcartridge te vervangen.
Aanzicht vanaf de achter- en linkerkant

Ventilatieopening
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt.
![]()
De ventilator in het apparaat, in de buurt de ventilatieopeningen, blijft mogelijk draaien om het apparaat te koelen na een afdruktaak. Voor meer informatie, zie Problemen oplossen.