U kunt het resultaat van verzending naar ontvangende stations controleren. Het apparaat drukt dit rapport af wanneer het gereed is met het verzenden naar ontvangende stations.
U kunt opgeven of het SUB-code doorzendrapport automatisch moet worden afgedrukt met de gebruikersparameter (schakelaar 04, bit 1) in het menu Faxeigenschappen. Zie Parameterinstellingen.
![]()
"Niet geprogrammeerd" geeft aan dat het document niet kon worden verzonden, omdat de eindontvanger niet geprogrammeerd is.
"--" geeft aan dat het e-mailbericht of internetfaxdocument was gestuurd naar de e-mailserver die in dit apparaat is geprogrammeerd.
Voor het maximum aantal bestemmingen dat u kunt registreren in een groep, zie Maximumwaarden.