Papier met een horizontale breedte van 70,0 – 216,0 mm (2,76 – 8,50 inch) en een verticale lengte van 148,0 – 356,0 mm (5,83 – 14,01 inch) kan vanuit de handinvoer worden ingevoerd.
Plaats het papier met de bedrukte zijde boven in de handinvoer.
De handinvoer (
) wordt automatisch geselecteerd.
Druk op [
].
Druk op [Papierformaat].
Druk op [Aangepast form.].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].

Voer de verticale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Druk twee keer op [OK].
Plaats originelen en druk daarna op [Start].
![]()
U kunt een aangepast papierformaat registreren. Voor meer informatie, zie Procedure voor het registreren van een aangepast formaat (klassiek). U kunt ook het formaat van het geregistreerde aangepaste papierformaat oproepen. Voor meer informatie, zie Procedure voor het terugroepen van het geregistreerde aangepaste formaat (klassiek).