Koptekst overslaan
 

Afdrukpatroon inschakelen

Het afdrukpatroon inschakelen om ongeautoriseerd kopiëren te ontmoedigen of te voorkomen.

1De apparaatbeheerder logt in via het bedieningspaneel.

2Druk op [Printereigensch.].

3Druk op [Ongeaut. kop.preventie].

Als dit niet wordt weergegeven, druk dan op [Pijl-rechts] rechts bovenaan op het scherm.

4Druk op [Inst. ongeaut. kopieerpreventie].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [Aan] en druk vervolgens op [OK].

6Druk op [Inst.prioriteit (Driver/Opdracht/App.)].

7Selecteer het bereik waarbinnen de gebruiker het patroon kan opgeven dat afgedrukt dient te worden met gebruik van het printerstuurprogramma.

Afbeelding van bedieningspaneel

  • [Driver/Opdracht]

    Geeft de gehele inhoud van het patroon op dat met het printerstuurprogramma dient te worden afgedrukt.

  • [Driver/Opdr. (meeste instell.)]

    Geeft de instellingen, anders dan het patroontype, de kleur en de dichtheid, op met gebruik van het printerstuurprogramma.

  • [Apparaatinstellingen]

    Het patroon kan niet met het printerstuurprogramma worden opgegeven. Het patroon dat met het apparaat is opgegeven, wordt afgedrukt.

8Druk op [OK].

9Log uit.

Opmerking

  • Voor informatie over de instellingen voor het opgeven van het patroon bij gebruik van het apparaat, zie Afdrukken.