Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Schuif het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Scanner (klassiek)].
Steek een SD-kaart of USB-geheugen in de mediasleuf van het bedieningspaneel van het apparaat.
Voor meer informatie over het plaatsen van een SD-kaart of een USB flash memorystick in het mediaslot, zie Snel aan de slag.
Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.
Druk op [Resetten] als een vorige instelling nog actief is.
Druk op [Best. opsl.].
Druk op [Opslaan op geheugenapparaat].
Druk op [OK].
Indien nodig, specificeer de scaninstellingen aan de hand van het origineel dat gescand moet worden.
Voorbeeld: het document scannen in kleur en opslaan als PDF-bestand.
Druk op [Scaninstellingen], druk op [Kleur: Tekst / Foto] op het tabblad [Origineeltype] en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Verzend Bestandstype/naam], dan op [PDF], en druk vervolgens op [OK].
Zie elk gedeelte voor details over de overige instellingen.
Indien nodig drukt u op [Volg. orig. wacht].
Zie Wachten op meer originelen voor meer informatie.
Plaats de originelen.
Als het scannen niet automatisch begint, drukt u op [Start].
Als het schrijven voltooid is, verschijnt er een bericht ter bevestiging.
Druk op [Afsluiten].
Haal het geheugenopslagapparaat uit de mediasleuf.
Ontkoppel de media pas uit de mediasleuf nadat de gegevens helemaal opgeslagen zijn. Als u de media ontkoppelt terwijl er nog gegevens worden opgeslagen, dan zal dit leiden tot onbruikbare gegevens.
De hoeveelheid tijd die nodig is om bestanden op te slaan op een USB flash memorystick of SD-kaart, verschilt afhankelijk van de apparaatspecificaties.
De documenten opgeslagen op de memorystick worden niet weergegeven in de lijst van opgeslagen bestanden.
De documenten die zijn opgeslagen op het geheugenopslagapparaat kunnen worden afgedrukt via het bedieningspaneel van het apparaat. Voor meer informatie, zie de handleiding Afdrukken.
De documenten die zijn opgeslagen op het geheugenopslagapparaat kunnen niet worden verzonden via het bedieningspaneel van het apparaat.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt [Opslaan op geheugenapparaat] mogelijk niet weergegeven. Zie voor meer informatie "Beperken toegang mediapoort", Veiligheidshandleiding.
U kunt niet opgeven waar de gegevens worden opgeslagen. De bestanden worden opgeslagen in de basismap van het geheugenopslagapparaat.
Als het geheugenopslagapparaat is gepartitioneerd, worden de bestanden opgeslagen in de eerste partitie.
U kunt bestandsinformatie zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord] niet configureren.
De hoeveelheid vrije ruimte op het geheugenopslagapparaat wordt weergegeven. Let op: wanneer de hoeveelheid vrije ruimte meer dan 10 GB is, wordt "9999.99 MB" weergegeven.
Druk op [Stoppen] om het schrijven te annuleren. Als bestanden worden weggeschreven terwijl de schrijfbewerking wordt geannuleerd, worden gedeeltelijk weggeschreven bestanden verwijderd. Alleen volledige bestanden worden opgeslagen op het geheugenopslagapparaat.