Taak time-out
Wanneer het afdrukken regelmatig wordt onderbroken door gegevens van andere poorten, kunt u instellen hoe lang de printer moet wachten (in seconden) voordat de huidige taak wordt geannuleerd.
Standaardinstelling: [Driver / opdracht gebr.]
Als u [Apparaatinst. gebr.] selecteert, voer dan een waarde in tussen 0 en 999.
Wacht time-out
Hier kunt u opgeven hoe lang de printer wacht (in seconden) voordat het ontvangen van de taak wordt geannuleerd als de printer het einde van de taak niet kan detecteren.
Standaardinstelling: [Driver / opdracht gebr.]
Als u [Apparaatinst. gebr.] selecteert, voer dan een waarde in tussen 0 en 999.
Papierselectie-methode
U kunt opgeven hoe de papierinvoerlocatie wordt geselecteerd door de standaardwaarde voor DeferredMediaSelection in PostScript op te geven.
Standaardinstelling: [Papierinvoer selecteren]
Automatische selecteren
De standaardwaarde voor DeferredMediaSelection is "true". De papierinvoerlocatie die geselecteerd wordt, komt overeen met de papierinstelling die in een afdruktaak is opgegeven.
Pap.inv.locatie select.
De standaardwaarde voor DeferredMediaSelection is "false". De papierinvoerlocatie wordt geselecteerd aan de hand van de mediaselectie van PostScript Language Reference.
Gegevensindeling
U kunt een gegevensnotatie selecteren.
Standaardinstelling: [TBCP]
Als een Ethernet-verbinding gebruikt wordt, wordt de afdruktaak geannuleerd wanneer:
De gegevensindeling van het printerstuurprogramma is TBCP en de gegevensindeling die via het configuratiescherm is binaire gegevens.
De gegevensindeling van het printerstuurprogramma is binair en de gegevensindeling die via het configuratiescherm is geselecteerd, is TBCP.
Inkt besparen
Deze functie zorgt ervoor dat er minder inkt wordt verbruikt bij het afdrukken.
Standaardinstelling: [Uit]
Als deze functie is ingeschakeld op [Aan], kan de afdrukkwaliteit achteruit gaan.
Kleurinstelling
U kunt een RGB-instelling maken.
Standaardinstelling: [Superfijn]
Kleurprofiel
U kunt het kleurprofiel instellen.
Standaardinstelling: [Automatisch]
Kleurmodelmethode
Geef het kleurmodel op.
Standaardinstelling: [Kleur]
Richting van automatische detectie
Selecteer of de richting van de afdrukgegevens automatisch gedetecteerd moet worden.
Standaardinstelling: [Aan]
![]()
Voor meer informatie over het wijzigen van de printerfuncties, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.