Vorige
U kunt eenvoudig bestanden versturen en afdrukinstellingen configureren vanaf een webbrowser zonder afdrukinstructies te gebruiken. In plaats daarvan gebruikt u een opdrachtregel om een bestand te uploaden of afdrukopties op te stellen.
De bestanden die u kunt afdrukken met behulp van Web Printing Tool zijn HP-GL-, HP-GL/2-, HP-RTL-, TIFF-, CALS-, JPEG-, PDF- en PostScript-bestanden. De bestandstypes die u kunt afdrukken zijn afhankelijk van de op het apparaat geïnstalleerde printertaal.
RP-GL/2
Ondersteunt het afdrukken van HP-GL-, HP-GL/2- en HP-RTL-bestanden.
Voor een overzicht van RP-GL/2 en andere informatie, zoals afdrukbare gegevens, zie de volgende onderwerpen:
"Wat is RP-GL/2?", RP-GL/2 en RTIFF
"Belangrijke verschillen tussen RP-GL en RP-GL/2", RP-GL/2 en RTIFF
"Beschrijving van HP-GL, HP-GL/2 en HP RTL", RP-GL/2 en RTIFF
"Aantekeningen bij het gebruik van RP-GL/2", RP-GL/2 en RTIFF
Voor het afdrukken met behulp van commando's zoals ftp of lpr, zie de Bijlage.
RTIFF
Ondersteunt het afdrukken van TIFF-, CALS- en JPEG-bestanden.
Voor een overzicht van RTIFF en andere informatie, zoals afdrukbare gegevens, zie de volgende onderwerpen:
"Wat is RTIFF?" , RP-GL/2 en RTIFF
"Aantekeningen bij het gebruik", RP-GL/2 en RTIFF
"Specificatie invoergegevens", RP-GL/2 en RTIFF
Voor het afdrukken met behulp van commando's zoals ftp of lpr, zie de Bijlage.
Ondersteunt het afdrukken van PDF-bestanden.
Voor meer informatie over afdrukbare PDF-gegevens en opdrachten, zie UNIX-commando's gebruiken.
PS
Ondersteunt het afdrukken van PostScript-bestanden.
Er kan slechts een aantal afdrukinstellingen worden geconfigureerd in de Web Printing Tool. Andere afdrukinstellingen kunnen uitsluitend op het bedieningspaneel worden geconfigureerd. Als u gegevens afdrukt met behulp van de Web Printing Tool, krijgen de afdrukinstellingen die zijn opgegeven in de Web Printing Tool voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel zijn geconfigureerd. Om de afdrukinstellingen te configureren die niet in de Web Printing Tool geconfigureerd kunnen worden, opent u het scherm [Printereigensch.] op het bedieningspaneel van het apparaat.
Voor meer informatie over de afdrukinstellingen, zie "Het RPGL-menu configureren" of "Het RTIFF-menu configureren", RP-GL/2 en RTIFF.
Bestanden in niet-ondersteunde indelingen worden niet naar de printer gestuurd.
