U kunt deze functie gebruiken om het origineel te kopiëren terwijl u de buitenzijde van een bepaald gebied wist.
U kunt het te wissen gebied opgeven aan de hand van het origineel dat u kopieert.

![]()
Deze functie kunt u niet gebruiken met de handinvoerlocatie.
Om het gebied op te geven dat u niet wilt wissen, moet u de waarden definiëren van X1, Y1, X2 en Y2 op het origineel. Meet het gebied op dat u wilt specificeren vóórdat u de gebiedsinstellingen invoert.

Bij gebruik van de toepassing Kopie

Voor informatie over het gebruik van het toepassingsscherm, zie "[Kopie]-scherm".
Bij gebruik van de toepassing Kopieerapparaat (klassiek)
Geeft het basispunt van het gebied (X1, Y1) en de grootte van het gebied op (X2, Y2).
U kunt voor elk punt een waarde tussen 0 en 1.220 mm (0,0 tot 48,0 inch) opgeven.
Druk op [Bewerken/Kleur].

Druk op [Wissen].
Druk op [Buitzijd wis.].
Voer de lengte in van [X1] met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].

Voer de lengte van [Y1] in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Voer de lengte van [X2] in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Voer de lengte van [Y2] in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Druk twee keer op [OK].
![]()
Als u deze functie met de functie Verkl/vergr gebruikt, is de werkelijke grootte de opgegeven waarde maal de reproductieratio.