U kunt waarschuwingen en/of fouten die zijn opgetreden, afdrukken nadat er naar RTIFF is geschakeld. Als zulke fouten zich niet hebben voorgedaan, worden er geen foutmeldingen afgedrukt.
Gebruik de volgende procedures om foutmeldingen af te drukken:
Om een foutmelding af te drukken die al is opgetreden:
Ga op het bedieningspaneel van het apparaat naar het Printereigensch.-scherm en druk Instellingenlijst afdrukken (RTIFF) af dat zich op het Proefafdruk-tabblad bevindt.
Gebruik de specificatieopdracht samenvatting afdrukken om Instellingenlijst afdrukken (RTIFF) af te drukken.
Om een foutmelding met betrekking tot te versturen gegevens af te drukken:
Geef "Aan" op bij "Q. Afdrukfoutmelding(en)" in het RTIFF-menu. Verzend vervolgens de gegevens waarin zich een fout voordoet.
Geef afdrukoptie "errorprint" op en verzend de gegevens.
![]()
Het foutenlogboek wordt gewist als een foutmelding wordt afgedrukt.
Als het apparaat in het RTIFF Menu of in de afdrukopties niet is ingesteld om foutmeldingen af te drukken, en u verandert deze instellingen om een foutmelding af te drukken als er een fout optreedt, worden foutmeldingen die in het foutenlogboek staan afgedrukt. Dit gebeurt zelfs als de gegevens die na het wijzigen van de instellingen worden afgedrukt geen fout hebben veroorzaakt.
Als RTIFF wordt afgesloten omdat het apparaat wordt uitgeschakeld of omdat er een andere printertaal wordt gekozen, wordt het foutenlogboek gewist, zelfs als er nog een foutmelding in staat die niet is afgedrukt. Als u een fout per ongeluk heeft gewist, stuur dan de gegevens waarbij de fout zich voordeed opnieuw.
Foutmeldingen worden afgedrukt in de configuratielijst of het foutenlogboek. Voor informatie over configuratielijsten en foutenlogboeken, zie Afdrukken.