Geef de factor van verkleinen of vergroten op die op de af te drukken afbeeldingen moet worden toegepast. De aspectfactor van de afbeelding blijft ongewijzigd, zelfs als de afbeelding wordt verkleind of vergroot.
Indeling
mag=reproduction ratio
mag=paper 1.paper 2
Gebruik "." om waarden van elkaar te scheiden.
Waarde en gedrag
Geef de "reproduction ratio" op met een waarde tussen 0,002 en 500 in stappen van 0,01%. Afbeeldingen worden vergroot als de opgegeven waarde groter is dan "1,0" en ze worden verkleind als de waarde kleiner is dan "1,0".
Geef twee papierformaten op, "paper 1" en "paper 2". De afbeelding met formaat van "paper 1" wordt verkleind of vergroot naar het formaat van "paper 2". De op te geven waarden en de daarmee overeenkomende papierformaten zijn als volgt:
Waarde |
Papierformaat |
|---|---|
a0 |
A0 |
a1 |
A1 |
a2 |
A2 |
a3 |
A3 |
a4 |
A4 |
b1 |
B1 JIS |
b2 |
B2 JIS |
b3 |
B3 JIS |
b4 |
B4 JIS |
Verklaring
Als afdrukopties "xmag", "ymag", "fit", "nofit", "tifffit", "notifffit" of "autoreduce" worden opgegeven of als "J. Verkl./Vergr.ratio: Horizontaal", "K. Verkl./Vergr.ratio: Verticaal", "P. Autom. verkl./vergr. tot afdr.baar gebied", "T. Aut. verkleinen/vergroten tot gescand afb.formaat" of "b. Autom. verkleinen" is geconfigureerd in het RTIFF-menu, worden afbeeldingen vergroot of verkleind met de reproductiefactor die wordt berekend door de factor die in die afdrukopties of instellingen is opgegeven, te vermenigvuldigen met de factor die in deze afdrukoptie is opgegeven.
Als deze afdrukoptie wordt opgegeven, wordt de instelling voor "8. Reproductiefactor" genegeerd.
![]()
De instelling die is opgegeven in "b. Autom. verkleinen" of afdrukoptie "autoreduce" krijgt voorrang op de instelling die is opgegeven in "P. Autom. verkl./vergroten tot afdrukgebied" in het RTIFF-menu of door afdrukoptie "fit".