Als TCP/IP als het netwerkprotocol wordt gebruikt, kunt u de "ftp"-opdracht ook gebruiken om af te drukken.
Ga naar de opdrachtprompt.
Zie de Helpfunctie van Windows voor informatie over het openen van de opdrachtprompt.
Geef de "ftp"-opdracht.
ftp IPaddress
Vervang "IPaddress" door het IP-adres van de printer waar u het TIFF-bestand of CALS-bestand naartoe wilt versturen.
De "ftp"-opdracht begint en vraagt u om een gebruikersnaam in te voeren.
User:
Voer een reeks in als gebruikersnaam en druk op [Enter].
Er wordt om een wachtwoord gevraagd.
Password:
Druk op de [Enter]-toets.
Het invoeren van een wachtwoord is niet verplicht.
De "ftp"-opdracht wordt weergegeven.
ftp>
Voer "bin" in en geef dan de instellingen op om een TIFF-bestand in binaire modus te versturen.
Om het TIFF-bestand of CALS-bestand op de juiste manier af te drukken, dient u de overdrachtsmodus te wijzigen naar "binary" (binair).
ftp> bin
Voer de subopdracht in om het bestand te versturen dat u wilt afdrukken met de "ftp"-opdracht.
ftp> put tiff-filename
Vervang "tiff-bestandsnaam" door de naam van het TIFF-bestand of CALS-bestand dat u wilt afdrukken.
Het RTIFF-menu dat op het apparaat geconfigureerd is, kan tijdelijk worden veranderd door afdrukopties toe te voegen aan de subopdracht 'put'.
Voorbeeld:
ftp> put tiff-filename filetype=RTF,copies=3,center
Als u "ftp" wilt afsluiten, voert u "bye" in als er om "ftp" wordt gevraagd.
![]()
U kunt ook de opdrachten "lpr" en "rcp" gebruiken om bestanden af te drukken.
Voor informatie over het gebruik van de afdrukopdrachten, zie de bijlage.
Zie Afdrukopties opgeven voor meer informatie over afdrukopties.