Koptekst overslaan
 

Als afdrukken niet zoals bedoeld kan worden uitgevoerd

In dit onderdeel worden gevallen beschreven waarin afdrukken niet zoals bedoeld kan worden uitgevoerd onder DOS/UNIX. Er worden ook oplossingen gegeven.

De delen van een tekening die zich nabij de papierrand bevindt, worden niet afgedrukt.

Het gehele gebied op het papier wordt als uitvoerformaat opgegeven of de plotoorsprong van de gegevens is niet juist opgegeven.

Als "Papierformaat" is geselecteerd voor "23. Afdrukbaar gebied (afdruklimiet)" in het RPGL-menu, wordt het afdrukbaar gebied van het apparaat genegeerd. Het gehele gebied van het papier tot aan de rand toe wordt voor het afdrukken gebruikt, maar afdrukken in het gebied van 5 mm vanaf elke rand (boven, onder, links en rechts) van het papier wordt niet gegarandeerd.

Een tekening die op één vel papier zou moeten worden afgedrukt, wordt over meerdere pagina's verdeeld.

Controleer de instellingen voor "Invoertime-out" onder "Printereigensch." van het apparaat.

Dit kan optreden als de instelling voor "Invoertime-out" te kort is ingesteld. De duur dat de verzending van gegevens wordt opgeschort, kan afhangen van uw toepassing of uw besturingssysteem, en het is mogelijk dat u in "Invoertime-out" een waarde moet opgeven die bij uw omgeving past.

De afdrukte tekening is niet juist geplaatst.

De plotoorsprong van de gegevens die vanaf de computer zijn verzonden, is niet juist geplaatst. Gebruik de instellingen voor "7. Oorsprong aanpassen: X-as verschuiven" en "8. Oorsprong aanpassen: Y-as verschuiven" in het RPGL-menu om de positie van de tekening aan te passen.

De afbeeldingsgegevens lijken vaag.

Verander de instelling in "44. Belichting van rasterafbeelding" in het RPGL-menu in "Donker" als "RP-GL/2 (Type1)" is geselecteerd in "6. Plotter-ID".

Lijnen lijken vaag.

Verander de volgende instellingen:

  • Vergroot de lijnbreedte.

  • Selecteer een donkerder kleur.

Als "57. Peninstelling 0" - "56. Peninstelling 15" in het RPGL-menu zijn geconfigureerd, wijzig dan de penbelichting als er in zwart-wit wordt afgedrukt.

Lijnen worden niet op het afgedrukte vel getoond.

Sommige toepassingen kunnen in sommige gevallen pen 0 kiezen voor de uitvoer. Als er in zwart-wit wordt afgedrukt, wordt er geen lijn afgedrukt als de standaardwaarde (0%) van de belichting van pen 0 niet wordt aangepast. Geef de belichting van pen 0 een donkerder waarde.

Als een tekening in halftone of in zwart-wit wordt afgedrukt, kunnen opgevulde lijnen in streepjes- of gebroken lijnen veranderen of helemaal niet worden afgedrukt, afhankelijk van hun tekenpositie. Als dit zich voordoet, stel de lijnbreedte dan op een grotere waarde in of verhoog de dichtheid.

"40. Peninstelling prioriteit" is alleen geldig voor RP-GL/2.

Tekens kunnen niet worden weergegeven met een lettertype dat alleen de omtrek van letters toont.

Tekens kunnen alleen in een lettertype dat alleen de omtrek van letters toont, worden afgedrukt als de gegevens wordt verstuurd door de lettertypeopdracht (LB-opdracht). Configureer de toepassing die u gebruikt om tekens in tekencodes uit te voeren.

De tekening wordt verkeerd uitgelijnd richting de hoek rechtsboven.

De plotoorsprong is verkeerd geplaatst. Controleer de instellingen voor "6. Plotter-ID" in het RPGL-menu. De plotoorsprong in "7475A", "7550A" en "RP-GL/2" bevindt zich in de hoek linksonder. Bij andere plotters bevindt deze zich in het midden.

De tekening wordt niet afgedrukt aan de hand van de opgegeven instellingen, zelfs als de penbreedte en -belichting in het RPGL-menu zijn opgegeven.

Als "Driver/Opdracht" is geselecteerd in "40. Peninstelling prioriteit" in het RPGL-menu, worden de penbreedte en -belichting die in het RPGL-menu zijn opgegeven, genegeerd. In plaats daarvan worden de instellingen die in de toepassing zijn opgegeven, toegepast.

Als u de penbreedte en -belichting in het RPGL-menu wilt instellen, selecteer dan "Apparaatinstellingen" in "40. Peninstelling prioriteit".

"40. Peninstelling prioriteit" is alleen geldig voor RP-GL/2.

De randen van de lijnen en kleurvlakken zijn niet glad; Kleurvlakken worden met een klein raster afgedrukt.

Stel de afdrukoptie als volgt in.

  • "Autom. (lijnen tekenen)", "Dunne lijnen", of "Compatibiliteit" in "82. Rasteren"

Afdrukgegevens worden niet met 90 graden gedraaid en worden niet juist afgedrukt.

Selecteer bij afdrukken op papier dat in liggende richting is ingesteld "Aan" in "93. Autom. draaien voor liggend afdrukken" in het RPGL-menu. Als het probleem zich blijft voordoen, zelfs als u "Aan" hebt geselecteerd, selecteer dan "Uit" voor deze instelling of selecteer "90 graden" of "270 graden" in "5. Asrotatie".

Bij afdrukken op papier dat is ingesteld op de richting staand, selecteert u "90 graden" of "270 graden" in "5. Asrotatie" in het RPGL-menu.

Automatische papierlade kan niet voor RP-GL-gegevens worden geselecteerd.

Selecteer "Autom. 2: Lange en korte rand" of "Aut. 2 + Verg/verkl.ratio: Pap.form" in "43. Methode voor pap.lade autom. select." in het RPGL-menu. Als een papierlade nog steeds niet automatisch wordt geselecteerd als de instelling gewijzigd is, selecteer dan "Volledige afbeelding" of "Automatisch" in "47. Methode vr vaststellen orig.form".

Automatische papierlade kan niet voor RP-GL/2-gegevens worden geselecteerd.

Selecteer "Volledige afbeelding" of "Automatisch" in "47. Methode vr vaststellen orig.form" in het RPGL-menu.

U wilt halftoon met een vollere toon afdrukken.

Selecteer de optie die geschikt is voor de verzonden gegevens in "82. Rasteren" in het RTIFF-menu.

Als "Compatibiliteit" geselecteerd is, is de uitvoer hetzelfde als wanneer er met conventionele RP-GL/2 wordt afgedrukt.

Een tekening wordt niet juist op het papier gecentreerd, zelfs niet als "Aan" is geselecteerd voor "49. Centreren".

  • Voor RP-GL wordt centreren mogelijk niet juist uitgevoerd als "PS/IP opdracht" is geselecteerd voor "47. Methode vr vaststellen orig.form" in het RPGL-menu. Selecteer in dit geval "Gehele afbeelding".

  • Voor RP-GL/2 wordt centreren mogelijk niet juist uitgevoerd als "PS/IP opdracht" is geselecteerd voor "47. Methode vr vaststellen orig.form" in het RPGL-menu. De marges kunnen bij het centreren van de afbeelding worden meegenomen. Selecteer in dit geval "Gehele afbeelding".

Het bedoelde papierformaat wordt niet geselecteerd als gegevens van een normaal formaat worden afgedrukt.

Selecteer "Volledige afbeelding" in "47. Methode vr vaststellen orig.form" in het RPGL-menu of configureer "48. Marge-aanpassing voor origineelformaat".

De papierlade voor papier met een aangepast formaat wordt niet automatisch geselecteerd.

Selecteer "Vastg. orig.fr+Vrgr/vrkl.ratio: Corr." in "43. Methode voor pap.lade autom. select." in het RPGL-menu.

Gegevens met een normaal formaat worden afgedrukt op een aangepast formaat als "Vastg. orig.fr+Vrgr/vrkl.ratio: Corr." is geselecteerd voor "43. Methode voor pap.lade autom. select." in het RPGL-menu.

Geef de waarden in het submenu op.

Papier wordt niet ingevoerd vanuit de papierlade met papier met een aangepast formaat als er gegevens worden afgedrukt met een aangepast formaat.

Controleer aangepaste formaten in Instellingenlijst afdrukken (RPGL).

Het papier wordt niet in de bedoelde richting uitgevoerd.

Verander de instelling voor "103. Papierrichting prioriteit" on the RPGL-menu. Zie De richting van de papieruitvoer wijzigen voor meer informatie.

Opmerking