Tekstreeksen die aan de afdrukopdrachten zijn toegevoegd als er op een netwerkprinter gegevens worden afgedrukt vanaf een UNIX-werkstation of een computer, worden in deze handleiding "afdrukopties" genoemd.
Bij het gebruik van afdrukopties kunt u verschillende processen en instellingen opgeven zoals afbeeldingsrotatie en gebruikerscodes.
![]()
Afdrukopties in de afdrukopdrachten kunnen alleen worden opgegeven als TCP/IP als netwerkprotocol is geselecteerd.