Configureer de afdrukinstellingen op het tabblad [Basis] of het daarmee overeenkomende tabblad in het gebied voor selectie van af te drukken bestanden en het configureren van de afdrukinstellingen.
Selecteer in het gedeelte Specificeer bestand(en): aan de linkerkant de map die het bestand of de bestanden bevat die u wilt afdrukken.
De bestanden in de geselecteerde map worden weergegeven in het onderste deel van het gedeelte Specificeer bestand(en):.
Selecteer een bestand dat u wilt afdrukken en klik vervolgens op [Toevoegen].

U kunt ook op [Alles toev.] klikken om alle bestanden in de map te selecteren.
De geselecteerde bestanden worden weergegeven in het gedeelde Bestand(en) om af te drukken: aan de rechterkant.
Klik op [Afdrukken].
![]()
Voordat u gaat afdrukken, kunt u ook elk bestand selecteren in het gedeelte Bestand(en) om af te drukken:. Klik op [Indiv. best.inst] en configureer de afdrukinstellingen per bestand.
U kunt ook bestanden of mappen naar het Bestand(en) om af te drukken:-gebied slepen. Als u een map sleept, worden de bestanden in eventuele submappen ook toegevoegd.