Wanneer voorgedrukt papier wordt gebruikt voor het kopiƫren en het voorgedrukte deel is dik, dan kunnen er vlekken, vage afdrukken, kreukels en papierstoringen voorkomen. Wanneer dit het geval is, kopieer dan op de achterzijde van het papier of voer het papier achterstevoren in.
Maak omgekruld of gevouwen papier recht voordat u het plaatst.
Om te vermijden dat meerdere vellen tegelijkertijd worden ingevoerd, moet u het papier loswaaieren voordat u het in de lade plaatst.
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering van de papierlade.
Zorg ervoor dat de voorste randen van de vellen zijn uitgelijnd met de voorzijde van de papierlade.
Zorg ervoor met gebruik van dun papier van 60 tot 74 g/m2 (52 tot 64 kg), het te plaatsen in de vezelrichting.
Wanneer papier wordt gebruikt met gemarkeerde vezels bij een hoge temperatuur of luchtvochtigheid, plaatst u het papier in de vezelrichting.
Dun A0 papier van 60 g/m2 (45kg) kan niet worden gebruikt met de handinvoer bij hoge temperatuur of luchtvochtigheid.
Wanneer u dun of kalkpapier gebruikt, plaatst u het dan in de vezelrichting.
Wanneer u dun papier (64 g/m2 of minder) invoert haaks op de vezelrichting, dan kunnen er witte vlekken of vlekkerige afbeeldingen ontstaan.