![]()
Leg één origineel tegelijk op de originelentafel.
Laad niet meerdere originelen parallel tegelijkertijd.
Als de achterrand van het origineel erg is gekruld, strijkt u het vóór het scannen glad met beide handen. Als het origineel zonder meer wordt ingevoerd, kan het worden beschadigd.
Als het origineel is gekruld aan zijn bovenrand, strijk het dan glad voordat u het invoert.
Wanneer u een origineel invoert, duwt u licht tegen de rollers. Als u te hard duwt, kan het origineel vastlopen.
Wanneer u een origineel invoert, moet u erop letten dat u de achterrand niet in de invoer van de handinvoer plaatst. Hierdoor kan het origineel vastlopen.
Om een opgerold lang origineel te kopiëren, houdt u het in uw handen of plaatst u het op de originelentafel in plaats van het in de voorste uitvoerlade van het apparaat te leggen.
Wanneer u een origineel van 2 m of langer invoert, zorg er dan voor het te wrijven en in te voeren.
Wanneer de zijkant van het origineel 480 mm buiten het midden uitsteekt (stippellijn op de originelentafel), stop dan met printen.
Zorg ervoor dat u uitsluitend originelen op de originelentafel legt.
Zorg ervoor dat u niets dat 5 kg of meer weegt op de originelentafel legt. Zorg ervoor dat er niemand op klimt, er op zit of leunt of eraan gaat hangen.
Voer een dik of lang vel in door licht naar binnen te drukken. Hinder het origineel niet bij het invoeren.
Voer het origineel alleen in nadat het apparaat klaar is.
U kunt een opgerold origineel met een diameter van 40 tot 110 mm inladen.
Wanneer u een opgerold origineel scant, strijk het dan met de hand naar zijn uiteinden glad wanneer u het invoert.
Wanneer de kopie aan zijn uiteinde ernstig is gekruld of met statische elektriciteit geladen is, verwijder dan één voor één met de hand de krulling en plaats het op de originelentafel.
Wanneer verkeerde invoer optreedt tijdens het laden van een dik origineel of een origineel dat langer is dan A1
, laad dan het origineel langs de streep op de originelentafel zonder de zijgeleiders te gebruiken.
Wanneer u continu 50 vellen papier of meer met een breedte van (A1)
of minder kopieert, kan er ongelijkmatig afdrukken optreden in een uitgevuld vlak (2 mm of breder) aan de achterste rand. Wanneer dit gebeurt, laat dan het apparaat een tijdje stil staan en probeer opnieuw te kopiëren.
Als u een origineel invoert, voer het dan in met de zijde die moet worden gescand naar beneden en de rechter rand uitgelijnd met de zijgeleider.
Open de scannerklep pas wanneer het origineel volledig is afgeleverd.
Stel de documentgeleiders in op het formaat en de richting van het origineel.
Zorg ervoor dat de documentgeleiders het origineel net raken. Duw de documentgeleiders niet te krachtig tegen het origineel.

Plaats het origineel met beide handen en met de te kopiëren zijde naar beneden tussen de origineelgeleiders.
Duw het origineel, terwijl u het met beide handen vasthoudt, naar binnen totdat het stopt. Wanneer het apparaat begint te trekken aan het origineel, laat u los.

![]()
Probeer het origineel, nadat het origineel is ingevoerd, niet meer te sturen. Ondersteun het als dat nodig is, om de invoer niet te onderbreken.
Wanneer zich een uitgevuld vlak aan de voorste rand bevindt, pas dan de instellingen aan zodat er een marge blijft aan de voorste rand.
Een afbeelding met een donker gebied aan de voorste rand kan scheidingssporen vertonen. Wanneer u continu een patroon kopieert met veel afbeeldingen en vervolgens een uitgevuld vlak kopieert, kan de kopie scheidingssporen vertonen. Wanneer dit gebeurt, kopieer dan met een marge van 60 mm of meer aan de voorste rand.
Wanneer u een origineel scant met een relatief donkere achtergrond en de achtergrond op de kopie verschijnt, stel dan de automatische belichtingsinstelling bij naar een lichtere waarde langs de rand.
Wanneer het apparaat stopt met scannen vanwege een toevoerstoring van het origineel, druk dan op de [Stop met scannen]-knop om de toevoer van het origineel te stoppen, open de klep van de scanner en verwijder het origineel. Schakel ondertussen de hoofdschakelaar niet uit.