Gebruik deze functie om paginanummers op uw kopieën te drukken.
Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken.
Notaties van paginanummers
Er zijn zes verschillende notaties beschikbaar voor paginanummering.
P1,P2...
1/5,2/5...
-1-,-2-...
P.1,P.2...
1,2...
1-1,1-2...
Items
Geef de volgende instellingen op in de functie Paginanummering. Welke instellingen u precies moet opgeven is afhankelijk van de notatiewijze die u heeft geselecteerd.
1e af te drukken pag.
Voer het nummer van de eerste pagina in die u wilt afdrukken.
1e af te drukken nr.
Voer het nummer van de pagina in waarop de paginanummering moet beginnen.
Laatste nr
Voer het nummer van de pagina in waarop de paginanummering moet eindigen. Als u bijvoorbeeld slechts zeven pagina's wilt afdrukken, voert u "7" in bij [Laatste nr]. Anders hoeft u het nummer niet in te voeren.
Alle pagina's
Voer het totale aantal pagina's van het origineel in. Geef deze instelling op als u [1/5,2/5...] als notatiewijze selecteert.
Nr. eerste hoofdstuk
Voer het nummer van het hoofdstuk in waarmee de hoofdstuknummering moet beginnen. Geef deze instelling op als u [1-1,1-2...] als notatiewijze selecteert.
Als u bijvoorbeeld [1/5,2/5...] als notatiewijze voor de paginanummering selecteert en "1" opgeeft bij [1e af te drukken nr.] en "4" bij [Alle pagina's], worden de pagina's afgedrukt in de volgorde van 1/4, 2/4, 3/4 en 4/4.
Hieronder volgen enkele voorbeelden.
Een kopie met een gedrukt paginanummer vervangen door een nieuwe kopie
Als u [1/5,2/5...] als notatiewijze selecteert en u de derde pagina van vier pagina's wilt vervangen, voert u "3" bij [1e af te drukken nr.] in en "4" bij [Alle pagina's].
Een groot aantal originelen kopiëren door ze op te delen
Als u het formaat [1/5,2/5...] selecteert en 200 pagina's originelen afdrukt in twee helften, kunt u de volgende procedure uitvoeren om ervoor te zorgen dat de paginanummers van de kopieën op volgorde blijven.
Typ '200' bij [Alle pagina's] en kopieer vervolgens de eerste 100 pagina's van het origineel.
Typ '101' bij [1e af te drukken nr.] en '200' bij [Alle pagina's], en kopieer vervolgens de overige 100 pagina's.
Paginanummers afdrukken op alle pagina's behalve op de eerste en laatste pagina ("1" afdrukken op de tweede pagina)
Als u geen paginanummer op de eerste en laatste pagina van kopieën wilt afdrukken, geeft u de volgende drie instellingen op.
Voer "2" in bij [1e af te drukken pag.].
Voer "1" in bij [1e af te drukken nr.].
Voer bij [Laatste nr] het totale aantal originele pagina's in min twee.
Druk op [Bew./Stempel].
Druk op [Stempel].
Druk op [Paginanummering].
Selecteer de stijl voor de paginanummering.
Druk op [Wijzigen] onder [Stempelpositie].
Selecteer de gewenste stempelpositie en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Wijzigen] onder [Nummering wijzigen].
Geef de benodigde instellingen op in het scherm en druk vervolgens op [OK].
Druk twee keer op [OK].
Als Paginanummering met de functie Combineren wordt gebruikt, worden paginanummers als volgt afgedrukt:
[Per origineel] is geselecteerd bij [Paginanummering in combimodus]:
[Per kopie] is geselecteerd bij [Paginanummering in combimodus]:
Voor meer informatie over stempelposities, zie Stempels.
U kunt de instellingen voor Paginanummering wijzigen onder [Paginanummering] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Paginanummering.