Het apparaat berekent de correctiefactoren om kopieën te produceren die het werkelijke beeldformaat benaderen.
Door omgevingsomstandigheden zoals vocht, kan papier uitzetten of krimpen. Dit kan tot gevolg hebben dat het formaat van het origineel en een kopie niet exact overeenkomen.
Deze functie gebruikt de afmetingen van het origineel en de kopie om een factor te berekenen waarmee kopieën worden geproduceerd die het werkelijke formaat benaderen.
De correctiewaarde berekenen
De afmetingen van het origineel zijn 'a' en de afmetingen van de kopie zijn 'b'. Als u de afmetingen van de gekopieerde afbeelding gelijk wilt maken aan die van het origineel, berekent u het percentage van de correctie met behulp van de volgende formule:
(a-b)/b × 100 = correctiewaarde (%)
Gebruik de volgende waarden als de horizontale lengte van het origineel 504 mm is en de horizontale lengte van de kopie vóór de correctie 500 mm is:
(504-500)/500 × 100 = 0,8%
Geef de horizontale ratio op tot +0,8%.
Druk op [Verkl/vergr].
Druk op [Vergroting fijn].
Pas de horizontale factor aan met de toetsen [
] of [
].
Pas de verticale factor aan met de toetsen [
] of [
].
Druk twee keer op [OK].
Vergroting fijn wordt gebruikt voor originelen die al zijn gescand. Als u een fijne correctieratio wilt toepassen op papier dat is uitgerekt vanwege het papiertype of door blootstelling aan vocht, geeft u de instelling op onder [Fijne factor aanpassing: Kopieerapparaat]. Raadpleeg Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen voor meer informatie.
Wanneer u de verhouding heeft aangegeven in zowel de Systeeminstellingen en in deze functie, zullen de resulterende instellingen de som van de aangegeven waarde zijn.
Wanneer de handinvoerlade is geselecteerd, dan kunt u Fijne vergroting aangeven na het scannen van het origineel.
Afhankelijk van de afbeeldingspatronen van de originelen, is het mogelijk dat interferentiepatronen zichtbaar zijn of dat de afbeeldingskwaliteit afneemt.