Koptekst overslaan
 

Basisprocedure

Als u kopieën van originelen wilt maken, plaatst u de originelen op de origineelinvoer. Voor meer informative, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Als u op ander papier dan normaal papier wilt kopiëren, geeft u het gewicht van het papiertype dat u gebruikt op in Gebruikersinstellingen. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

1Druk op de [Home]-knop aan de linkerbovenkant van het bedieningspaneel en druk op het pictogram [Kopieerapparaat] op het [Home]-scherm.

Afbeelding van Home-knop

2Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.

Als er nog eerdere instellingen actief zijn, drukt u op de [Reset]-knop.

3Stel de uitvoerlocaties in voor originelen en kopieën, en bereid ze voor om ze te gebruiken.

Voor meer informatie, zie Uitvoerlocaties originelen en kopieën..

4Selecteer een origineelrichting die overeenkomt met de richting van uw originelen.

5Geef de gewenste instellingen op.

6Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen.

Het maximale aantal kopieën dat kan worden ingesteld is 99.

7Leg het origineel op de origineelinvoer.

Het origineel wordt automatisch in het apparaat ingevoerd, waarna het kopiëren begint.

Als [Druk op Start] is geselecteerd bij [Invoer startmeth.], begint het kopiëren zodra u op [Start] drukt.

Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

8Wanneer de kopieeropdracht is voltooid, drukt u op de [Reset]-knop om de instellingen te wissen.

Opmerking

  • Het log-in venster wordt weergegeven wanneer gebruikersverificatie is ingesteld. U moet zich aanmelden om het apparaat te kunnen gebruiken. Zie de handleiding Snel aan de slag voor meer informatie over hoe u zich aanmeldt. Zorg ervoor dat u ook weer uitlogt, om te voorkomen dat iemand het apparaat gebruikt zonder daarvoor bevoegd te zijn.

  • Als u het apparaat wilt stoppen tijdens het kopiëren van meerdere exemplaren, drukt u op de [Stop]-knop.

  • Soms wordt de volgende pagina afgedrukt, afhankelijk van wanneer op de knop [Stop] wordt gedrukt. Het kan even duren voordat [Afdr. annul.] in het scherm wordt weergegeven en het afdrukken wordt gestopt.

  • Als u de invoer van het origineel wilt stoppen, drukt u op de [Stop met scannen]-knop. Zie Papierspecificaties en papier bijvullen voor meer informatie.

  • Om alle kopieeropdrachten te annuleren en terug te keren naar de standaardinstellingen van het apparaat, drukt u op de [Reset]-knop.

  • Raadpleeg Snel aan de slag voor meer informatie over de toetsen die in het beginscherm voor kopiëren worden weergegeven.

  • U kunt het maximale aantal kopieën wijzigen onder [Max. aantal kopieën] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Algemene toepassingen.

  • Open de papierlade niet tijdens het kopiëren. Dit kan namelijk een papierstoring veroorzaken.

  • Wanneer u een origineel kopieert met een beeldoppervlak van 20% of meer, dan kan de geprinte kopie flets zijn.

  • Wanneer u een dunne lijn kopieert (0,1 mm of dunner) of lijnen kopieert met een aanzienlijke verkleiningsverhouding, kan de dikte van de lijn op de afgedrukte kopie verschillen.