Druk op het pictogram van de geavanceerde eigenschappen op het [Home]-scherm om deze te openen. Vanuit hier kunt u de eigenschap selecteren die u wilt gebruiken.
Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.
Veeg het scherm twee keer naar links.
Druk op de functie die u wenst te gebruiken.
De items die op het scherm [Home] worden weergegeven, verschillen naar gelang het type en het aantal geïnstalleerde geavanceerde eigenschappen, etc.
Vraag de beheerder naar algemene handelingen van geavanceerde eigenschappen.
Het bedieningspaneel kan maximaal 12 pictogrammen bevatten. Als er meer dan 12 pictogrammen op het Home-scherm geregistreerd zijn, veeg dan met uw vinger naar links of rechts op het scherm om te schakelen tussen schermen.