Vorige
In het scherm voor rechtstreeks afdrukken kunt u bestanden in een lijst of als miniaturen bekijken.
Voor meer informatie over het weergeven van het scherm voor rechtstreeks afdrukken, zie stap 2 t/m 4 in Afdrukken vanaf een geheugenopslagapparaat.
Huidige map
Toont de naam en het pad van de huidige map. Druk op [1 Niv. omhoog] om de inhoud van de hoofdmap weer te geven.
Bestands-/Mappenlijst
Druk hierop om het bestand te selecteren dat u wilt afdrukken of de map die u wilt openen. Druk op [
] of [
] om desgewenst door de lijst te bladeren. Afhankelijk van het aantal bestanden, kunnen er tot 999 pagina's getoond worden.De bestandsformaten, namen en de grootte van de bestanden worden getoond. Als er meerdere bestanden worden geselecteerd, dan wordt de volgorde waarin de bestanden werden geselecteerd ook weergegeven.
[Terug nr geh.-keuzesch.]
Druk hierop om het selectiescherm voor het geheugenopslagapparaat weer te geven.
Geselecteerd
Geeft het aantal geselecteerde documenten weer (1-999).
Aantal
Gebruik de cijfertoetsen om het aantal kopieën (1-999) op te geven dat u wilt afdrukken.
[Alles wissen]
Druk hierop om de selectie van de documenten op te heffen.
Lijst/miniaturen
Druk op hierop om te schakelen tussen de lijst en de miniaturen.
[Gedetaill. instell.]
Druk hier op om gedetailleerde afdrukinstellingen te configureren.
[Voorvertoning]
Druk hierop om het afdrukbeeld van de eerste pagina van het geselecteerde document weer te geven. Het is mogelijk de schaal en de weergavepositie van het afdrukbeeld te wijzigen.
[Start afdrukken]
Druk hierop om het geselecteerde bestand af te drukken.
Het apparaat kan tot 7992 bestanden en mappen op een geheugenopslagapparaat weergeven.
Er kunnen maximaal 255 bytes worden gebruikt voor de naam van een bestand of map opgeslagen op een geheugenopslagapparaat. Wanneer de bestands- of mapnaam groter is dan 255 bytes, kan het bestand of de map beschadigd raken. Bestandsnamen mogen geen tekens bevatten die het apparaat niet juist kan weergeven.
JPEG-bestanden kunnen als miniatuurweergaven worden weergegeven wanneer ze een Exif- of DCF-indeling hebben. Er wordt een pictogram weergegeven voor elk ander type bestand.
Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.
PDF-bestanden van aangepast formaat kunnen niet afgedrukt worden met deze functie.
Afdrukinstellingen gelden voor het formaat van het bestand dat nu is geselecteerd en blijven gelden net zolang het bestand van dat bestandsformaat geselecteerd blijft.
