Koptekst overslaan
 

Faxinformatie registreren

In dit onderdeel wordt fax-informatie beschreven

U kunt informatie verzenden naar de andere partij als u een faxdocument verzendt of ontvangt. Deze informatie wordt getoond op het display van het andere apparaat en wordt afgedrukt als rapport. De volgende informatie kan worden verzonden.

U kunt geprogrammeerde faxinformatie bevestigen vanuit de lijst met gebruikersparameters. Wij raden u aan om de lijst met gebruikersparameters af te drukken en te bewaren wanneer u instellingen programmeert of wijzigt. Zie Oorspronkelijke instellingen.

Faxkoptekst

De faxkoptekst wordt afgedrukt als koptekst van iedere fax die u verstuurt. U behoort uw naam op te nemen in de faxkoptekst.

U kunt maximaal tien faxkopteksten registreren. U kunt bijvoorbeeld voor elke geregistreerde afdeling een andere faxkoptekst gebruiken.

U kunt "Faxkoptekst" registreren met behulp van maximaal 32 alfanumerieke tekens en symbolen.

U kunt letters, symbolen, cijfers en spaties gebruiken.

U kunt instellen of een faxkoptekst moet worden afgedrukt met [Faxkoptekst] onder [Opties instellen].

Zie Faxkoptekst.

Eigen naam

Als u een fax verzendt of ontvangt, wordt de eigen naam verzonden naar de andere partij. In deze naam moet uw eigen naam zijn opgenomen. De eigen naam wordt weergegeven op het display van het andere apparaat en wordt afgedrukt in een rapport.

De eigen naam kan alleen worden gebruikt als het andere apparaat van dezelfde fabrikant is en over de functie Eigen naam beschikt.

U kunt "Eigen naam" registreren met maximaal 20 alfanumerieke tekens en symbolen.

Eigen Faxnr.

Als u een fax verzendt, wordt de eigen faxnummer verzonden naar de andere partij.

Het ontvangen faxnummer wordt weergegeven op het display van het andere apparaat en wordt afgedrukt in een rapport.

Deze functie is beschikbaar ongeacht de fabrikant van het apparaat van de andere partij.

U kunt "Eigen Faxnr." registreren met behulp van maximaal 20 nummers, spaties en het "+"-symbool.