Het apparaat slaat documenten op die niet verzonden konden worden via Geheugenverzending. Gebruik deze procedure om dergelijke documenten opnieuw te verzenden.
Stel "Documenten, die niet konden worden verzonden, opslaan in het geheugen" in op "Aan" in de gebruikersparameter (schakelaar 24, bit 0) in het menu Faxeigenschappen. Zie Parameterinstellingen.
Druk op [TX/RX-status/Afdr.].
Druk op [TX-bestand contr./stoppen].
Selecteer het bestand dat u opnieuw wilt verzenden.
“TX mislukt” wordt weergegeven voor bestanden die niet verzonden konden worden.
Als er meerdere bestemmingen zijn opgegeven, dan wordt alleen de naam van de bestemming die u eerst heeft opgegeven weergegeven en alleen het aantal bestemmingen dat het verzonden document nog niet heeft ontvangen.
Druk op [Misl. best. verz].
Om een bestemming toe te voegen, drukt u op [Best. toev.] en geeft u de bestemming op.
Druk op [OK].
Als u een bestemming hebt toegevoegd in Stap 4, drukt u op [Prioriteit TX].
Herhaal de procedure vanaf stap 3 om nog een bestand te verzenden.
Druk twee keer op [Afsluit.].