Het apparaat berekent automatisch de reproductieverhouding op basis van de formaten van de originelen en het papier dat u heeft opgegeven. Het apparaat zal de afbeelding van de originelen draaien, vergroten of verkleinen om ze op het papier te laten passen.
Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken.
Als u een reproductieverhouding kiest nadat u op [Autom. verkl./vergr.] heeft gedrukt, wordt [Autom. verkl./vergr.] geannuleerd en kan de afbeelding niet automatisch gedraaid worden.
Dit is handig bij het kopiëren van verschillende formaten originelen op hetzelfde formaat papier.
Als de richting waarin het origineel is geplaatst, afwijkt van de richting van het papier waarop u kopieert, draait het apparaat de originele afbeelding met 90 graden en maakt hem passend voor het kopieerpapier (Kopie draaien). Voor meer informatie over Kopie draaien, zie Kopieën draaien.
Druk op [Origineel inst.].
Druk op [Origineel formaat].
Specificeer het origineelformaat en druk vervolgens op [OK].
Selecteer de invoerrichting van het origineel.
Druk op [OK].
Druk op [Autom. verkl./vergr.].
Selecteer de papierlade.
Plaats originelen en druk daarna op [Start].
Als u originelen van A5-formaat (51/2 × 81/2) wilt kopiëren op papier van A5-formaat (51/2 × 81/2) op 100%, selecteert u de papierlade die papier van A5-formaat (51/2 × 81/2) bevat en selecteert u [Autom. verkl./vergr.]. Het apparaat draait de originele afbeelding 90 graden.
Voor meer informatie over het basispunt, zie Originelen verkleinen of vergroten.