Vorige
|
U kunt informatielekken voorkomen door het adresboek, verificatiegegevens en opgeslagen documenten te coderen op het moment dat gegevens worden geschreven.
Wanneer de instellingen voor gegevenscodering zijn ingeschakeld, wordt een coderingssleutel aangemaakt die wordt gebruikt bij het herstellen van de gegevens. Deze sleutel kan op ieder moment worden gewijzigd.
Gegevens die zijn gecodeerd
Met deze functie kunt u gegevens coderen die zijn opgeslagen op de NVRAM (geheugen dat aanwezig blijft zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld) van de printer en op de harde schijf.
De volgende gegevens worden gecodeerd:
Gegevens in het adresboek
Gebruikersverificatiegegevens
Tijdelijk opgeslagen documenten
Logboeken
Netwerk I/F instellingsgegevens
Systeeminstellingsgegevens
Als de printer vervangen moet worden, kunnen de bestaande gegevens naar een nieuwe printer worden overgeheveld, zelfs als de gegevens gecodeerd zijn. Om gegevens over te hevelen kunt u contact opnemen met uw onderhoudsvertegenwoordiger.
Vereiste tijd voor codering
Als codering wordt ingesteld, selecteer dan of codering moet beginnen na het verwijderen van de gegevens (initialiseren) of dat bestaande gegevens gecodeerd en behouden moeten worden. Als gegevens behouden worden, kan het even duren voordat ze gecodeerd zijn.
Instelling |
Bewaarde gegevens |
Te initialiseren gegevens |
Benodigde tijd |
|---|---|---|---|
CarryOver FileSys DataOnly |
|
|
Ongeveer 1 uur |
Carry Over All Data |
Alle gegevens: Alle gegevens om te bewaren en gegevens die niet worden bewaard wanneer [All. best.syst.geg. overdr] is opgegeven. |
Geen |
Ongeveer 2 uur en 45 minuten |
Alle geg. format. |
Geen |
Alle gegevens: Zowel de bewaarde als de niet-bewaarde gegevens wanneer [All. best.syst.geg. overdr] is opgegeven. |
Enkele minuten |
Opmerkingen bij het inschakelen van de coderingsinstellingen
Als u de toepassing Embedded Software Architecture of App2Me gebruikt, let er dan op dat u [All. best.syst.geg. overdr] of [Alle gegevens overdragen] opgeeft.
Let erop dat de printerinstellingen tijdens de initialisatie niet worden teruggezet naar hun standaard systeemwaarden, zelfs niet als [Alle geg. format.], [All. best.syst.geg. overdr] of [Alle gegevens overdragen] is gespecificeerd.
