Aanpassing beelddichtheid
Door de beelddichtheid aan te passen, kunnen vage vlekken of vegen op afgedrukte pagina's voorkomen worden.
Verander deze instelling alleen wanneer nodig. Voor meer informatie, zie Beeldbelichting aanpassen.
Registratie
U kunt de startpositie aanpassen voor het afdrukken op de pagina. Voor meer informatie, zie De afdrukpositie aanpassen.
Afdrukken testpagina
U kunt de pagina van de registratietest afdrukken.
Aanpassing
Hiermee kunt u de startpositie voor het afdrukken op een pagina selecteren.
Krulpreventie
U kunt de fusertemperatuur regelen om te voorkomen dat het papier omkrult. Als deze functie ingeschakeld is, duurt het langer om de eerste afdrukset te starten en de totale afdruktijd stijgt.
Drumrotatie
Als er strepen op de afgedrukte afbeelding staan, kan de uitvoer verbeterd worden door deze functie te gebruiken. Selecteer drumrotatie op [Niveau 1] (normaal) of [Niveau 2] (krachtig).
Als het probleem blijft bestaan, dan moet u contact opnemen met uw onderhoudsvertegenwoordiger.
Fuseerroller schoonmaken
Als er zwarte vlekken te zien zijn op de gedrukte afbeelding, kunt u dat mogelijk oplossen door de functie voor het schoonmaken van de fuseerroller te gebruiken. Plaats papier van A4-
of LT-formaat
in de handinvoer en voer de functie uit. Wanneer de functie wordt uitgevoerd, wordt de afbeelding hieronder op beide kanten afgedrukt.
Controleer of de afdruk geen zwarte vlekken heeft. Als dit probleem niet kan worden opgelost, neem dan telefonisch contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger.

Prioriteit fus.eenh inst.
Wanneer u afdrukken blijft maken op vellen van bijvoorbeeld A4-
of A5-formaat
(papier dat smaller is dan het maximale afdrukbare papier dat door dit apparaat wordt ondersteund) en vervolgens op vellen van bijvoorbeeld A4-
of A3-formaat
(papier dat breder is dan dat van de vorige afdruktaak), kunnen er vegen toner op de achterkant komen, afhankelijk van uw omgeving of gebruik.
Als u deze instelling opgeeft, loopt de temperatuur van de fuseereenheid niet te hoog op en blijft de afdrukkwaliteit consistent.
Als u de instelling [Kwaliteit prioriteit] opgeeft, duurt het afdrukken langer dan normaal. Het afdrukken kan ook ongeveer veertig seconden worden onderbroken om het apparaat te laten afkoelen voordat de volgende afdruktaak wordt gestart.
Low Temp. Environmnt. Mode
Wanneer u de printer gebruikt in een omgeving met een lage temperatuur en lage luchtvochtigheid, kunt u verticale lijnen op de afgedrukte pagina's voorkomen door de modus Lage temperatuur in te schakelen.
Het afdrukken kan langer duren als deze modus ingeschakeld is.
Hoge dichtheid-modus
Selecteer deze modus als de afgedrukte pagina's flets zijn, zelfs nadat de [Afb.dichth. aanpas.] in [Kwaliteitsonderhoud] is aangepast.
Wanneer deze modus is ingeschakeld, wijzigt het specificeerbare bereik van [Afb.dichth. aanpas.] naar -3
+6 en kunt u een hogere waarde voor de afdrukdichtheid opgeven dan normaal mogelijk is. Het tonerverbruik neemt toe wanneer u een hogere waarde voor afdrukdichtheid opgeeft.
![]()
Als u doorlopend veel pagina's afdrukt terwijl er een hoge waarde voor de afdrukdichtheid is opgegeven, dan kunnen er afhankelijk van de afdrukconditie mogelijk vegen verschijnen op de afdrukken.