Koptekst overslaan
 

Indicatielampjes

Als een functie niet goed wordt uitgevoerd of een papierstoring optreedt, verschijnen de volgende indicators op het display:

Wanneer het indicatielampje Papierstoring () brandt en er locatie-indicators op het display verschijnen

Indicatielampje

Referentie

en "A"

Zie Als "A" wordt weergegeven.

en "B"

Zie Als "B" wordt weergegeven.

en "C"

Zie Als "C" wordt weergegeven.

en "D"

Zie Als "D" wordt weergegeven.

en "P"

Zie Als "P" wordt weergegeven.

, "A" en "B"

Zie Als "A, B" wordt weergegeven.

, "B" en "E"

Zie Als "B, E" wordt weergegeven.

Wanneer het indicatielampje Paneel/eenheid open () brandt en er een bericht op het display verschijnt

Indicatielampje

Meldingen

Referentie

“Open klep”

“Sluit het voorpaneel.”

Zie Voorpaneel is open.

en "P"

“Open klep”

“Sluit ADF klep.”

Zie ADF klep is open.

“Uitw.eenh. Open”

“Plts Mst uitw.@eenh corr. ”

Zie Opvangbak is open.

Wanneer het indicatielampje Mastereinde () brandt en er een bericht op het display verschijnt

Indicatielampje

Meldingen

Referentie

“Sl.pan. Bez.lade van Masterlade.”

Zie Master invoerklep is open.

“Fout Masterlade”

“Plaats de Master lade.”

Zie Masterlade is niet juist geplaatst.

Wanneer de indicatielampjes Voorraad/Vervangen oplichten

Indicatielampje

Meldingen

Referentie

“Papier plaatsen”

Zie Papier bijvullen.

“Inkt is op.”

“Vervang de Inktcartridge.”

Zie Inkt bijvullen.

“Geen Masters”

“Verv. Masterrol. Om af te dr. zond. Mst, druk OK-tts.”

Zie Vervangen van de master rol.

“Uitw.box vol”

“Druk Ok-tts om af te dr.”

Zie Wanneer de Master opvangindicator oplicht.