Koptekst overslaan
 

Combineren

Gebruik deze functie om twee originelen op een vel papier te combineren.

Illustratie van het combineren van twee originelen op één vel papier

Wanneer de twee originelen worden gecombineerd, dan worden hun afmetingen als volgt verkleind of vergroot:

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

Origineel

A4Staand

B5Staand

A5Staand

Papier

B4Liggend

87%

100%

122%

A4Liggend

71%

82%

100%

1Druk op de [Combineren/Herhalen]-knop.

Afbeelding Combineren/Herhalen-knop

2Gebruik de [Pijl-omhoog] [Pijl-omlaag] om [Combineren 2] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag ] om het formaat van het origineel en van het papier te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

4Plaats het eerste origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

Illustratie van de glasplaat

5Controleer of de [Master maken]-selectieknop brandt.

Druk, wanneer deze niet brandt, op de [Master Maken]-instelling keuzetoets.

Afbeelding selectieknop Master maken

6Druk op de [Start]-knop.

Illustratie van knop Master maken

7Wanneer het scannen van het eerste origineel voltooid is, plaatst u het tweede origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

8Druk op de [Start]-knop.

Illustratie van Start-knop

Na de proefafdruk wordt automatisch begonnen met het afdrukken.

Gebruik van de ADF bij het combineren van originelen

1Druk op de [Combineren/Herhalen]-knop.

Afbeelding Combineren/Herhalen-knop

2Gebruik de [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om Combineren 2 te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag ] om het formaat van het origineel en van het papier te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

4Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADF.

Illustratie van de ADF

Het eerste (bovenste) origineel zal op de linker zijde van de afdruk worden geprint.

5Zorg ervoor dat de [of [Master maken]*[Start]]-instelling keuzetoets oplicht.

Druk, wanneer deze niet brandt, op de [of [Master maken]*[Start]]-instelling keuzetoets.

Illustratie van Start-knop

6Druk op de [Start]-knop.

Illustratie van Start-knop

Nadat het eerste origineel is opgeslagen, wordt het tweede origineel toegevoerd.

Opmerking

  • U kunt het apparaat instellen op automatisch annuleren van de Combineren modus of Herhalen modus zodra u gereed bent. Voor meer informatie, zie [Modusinstellingen].

  • Elke afbeelding dichter dan 5 mm (0,2 inch) van de voorste rand van het eerste origineel zal niet worden geprint. Ook zal elke afbeelding dichter dan 2 mm (0,08 inch) van de voorste rand van het tweede origineel niet worden geprint. Wanneer een afbeelding zich te dicht bij de voorste rand bevindt, maak dan duplicaten van de originelen met de afbeelding verder weg van de voorste rand, en print vanaf de duplicaten.

  • Controleer of de zijplaten van de papierinvoer licht contact maken met het papier. Anders zullen de twee afbeeldingen niet juist worden uitgelijnd op de afdrukken.

  • Als u de afdruk eerst wilt controleren, drukt u op de [Automatische cyclus]-knop voordat u op de [Start]-knop drukt om de modus 'Automatische cyclus' uit te zetten. Zie Wanneer de modus Automatische cyclus is uitgeschakeld.