U kunt de afbeeldingsbelichting van de print naar behoefte instellen.
Druk op de [Master Maken Belichting]-knop.

Stel het origineel in.
Controleer of de [Master maken]-selectieknop brandt.
Druk, wanneer deze niet brandt, op de [Master Maken]-instelling keuzetoets.

Voer het gewenste aantal afdrukken in met de cijfertoetsen.

Druk op de [Start]-knop.

Na de proefafdruk wordt automatisch begonnen met het afdrukken.
![]()
Wanneer uw originelen een achtergrondkleur hebben zoals rood of blauw, kiest u een lichtere afbeeldingsbelichting om te voorkomen dat de afdrukken er vuil uitzien.
U kunt de belichting van de afbeelding die standaard wordt geselecteerd bij het aanzetten instellen. Zie [Oorspr. instellingen].
Als u de afdruk eerst wilt controleren, drukt u op de [Automatische cyclus]-knop voordat u op de [Start]-knop drukt om de modus 'Automatische cyclus' uit te zetten. Zie Wanneer de modus Automatische cyclus is uitgeschakeld.